Heimwee naar Nixon

Het klimaatverdrag van Parijs is in relatieve sneltreinvaart, binnen een jaar, geratificeerd, vorige week op 4 november. Niet door het Nederlandse kabinet en kamer overigens – die zitten middenin de jaarlijkse Zwarte Piet discussie – maar wel door serieuze landen als Albanië, Ivoorkust en Tuvalu, om er maar een paar te noemen. Ook grote vervuilers als China, Brazilië en de Verenigde Staten hebben het verdrag geratificeerd. Met Trump nu in het Witte Huis is het maar de vraag of het verdrag vanuit die hoek het zelfde gewicht krijgt als we een week geleden nog dachten, maar de vaart zit er in en de geest is uit de fles.

De gevolgen van het verdrag zijn nog niet duidelijk; ook Nederland zal plannen moeten maken om de uitstoot van broeikasgassen enorm terug te brengen.

En dan moeten we ons toch weer zorgen maken. Want dit verdrag verhoudt zich slecht tot waar de Nederlandse politiek zich dezer weken mee bezig houdt. Om te beginnen botst ‘Parijs’ met andere verdragen. Op dit moment zijn een aantal verdragen zoals CETA (tussen de EU en Canada) en TTIP (tussen de EU en de VS) onderwerp van discussie of onderhandeling. De doelstelling van deze handelsverdragen is groei in handelsvolume. Dat betekent dus nog meer spullen in zwaar vervuilende schepen over de Atlantische Oceaan; dat staat echter haaks op de opgave van Parijs om die vervuiling aan te pakken. We zullen mínder in plaats van méér moeten produceren en we zullen méér dichtbij moeten gebruiken in plaats naar verre oorden te verslepen. Dat is geen isolationisme of anti-globalistisch sentiment, dat is zinvolle, wenselijke klimaat-politiek. In een vreemde omweg zou overigens juist President Trump hier een grote rol in kunnen spelen; hij heeft aangegeven deze handelsverdragen niet te ondertekenen.

Terug naar Nederland. Dat het kabinet werkelijk geen enkel besef tentoonspreidt waar het Nederland naar toe moet leiden, blijft pijnlijk duidelijk. Juist na Parijs zijn op het gebied van energie maatregelen genomen die diametraal ten opzichte van Parijs liggen. Allereerst is er door minister Kamp vorige week voor meer dan 2 miljard euro subsidie opzij gelegd voor kolencentrales om daarin Amerikaans hout – ook weer met vervuilende schepen vervoerd – te verstoken. Door eerst bakken met geld te geven aan buitenlandse kolenboeren vangen helaas prachtige, lokale projecten van (Friese) zonnestroom-initiatieven bot bij het subsidieloket.

vvd_tweet_vroemvoemDit jaar werd de maximumsnelheid op nog meer autowegen verhoogd en minister minister Schultz aast op nog meer – ze ziet het 130-kilometerbord als haar belangrijkste nalatenschap. De landelijke VVD twitterde daarop blij met de hashtag “#vroemvroem”, alsof het Nederlandse volk kleuters zijn. Ieder kind weet dat 130 kilometer per uur slecht is voor het milieu – je stoot per kilometer meer CO2 uit – en voor de veiligheid – drie maal zo veel dodelijke ongelukken op 130-wegen, zo bleek uit onderzoek.

 

In 1974 werd in de Verenigde Staten met een federale wet de maximumsnelheid teruggebracht naar 55 mijl per uur. Let wel: vijfenvijftig mijl per uur is nog geen 90 km/u! Decennia later kunnen staten zelf bepalen hoe hard er gereden wordt en is die maximumsnelheid op veel plekken verhoogd, maar nog steeds staat het getal ’55’ – nogmaals: dat is maar 88,5 km/u! – voor hoe hard een automobilist hoort te rijden. Die wet werd niet ondertekend door een ultra-linkse milieu-activist op sandalen maar door de Republikeinse president Nixon met het doel om brandstofbesparing op grote schaal mogelijk te maken. Iets van die geest zouden wij in het Nederlandse kabinet nu kunnen gebruiken.

Wie had kunnen denken dat wij in november 2016 nog zouden terugverlangen naar Nixon.

Fraccen in Blija – ‘Methaan uit de kraan’ of ‘cry wolf’?

Nam verraste Fryslân met bijzonder nieuws in vakantietijd – ze gaan fraccen in Blija (of is het fracken in Blije?).
Vakantietijd of niet, dat nieuws slaat hier natuurlijk in als een bom. Want: fraccen = schaliegas = amerikaanse toestanden = film ‘Gasland’ = methaan uit de kraan. Kamermoties zijn al ingediend – zie thumbnail. De PvdA-fractie in de Friese Staten hebben een lijst met licht-paniekerige vragen ingediend. Kortom, het Kwaad moet snel gestopt worden.

Of niet?

In Blija wordt al sinds 1963 gas gewonnen – het Blija-veld is één van de vele ‘kleine velden’ naast het grote Groningen-veld. Nu gaat de NAM daar met een nieuwe boorput proberen meer aardgas uit het veld te poeren. Goed gedocumenteerd, in dit geval. In een uitgebreide toelichting en met een lange lijst (‘OVERVIEW SCHEDULED PRODUCTS‘) van spullen die ze denken te gaan gebruiken, geeft de NAM inzicht in het proces dat zich aan de voet van de zeedijk in Noord-Fryslân nu aan het voltrekken is.

Eerste blik

Zo op het eerste gezicht lijkt het mee te vallen. Allereerst is het een tijdelijke, eenmalige voorziening – dit is niet fraccen om schaliegas te onttrekken uit gesteente maar het boren (met reeds langer bekende frac-technieken) naar ‘gewoon’ gas. Eenmaal ‘gefract’ blijft de boorput jarenlang gas produceren zonder verder gebruik van frac-technieken – er hoeven ook geen nieuwe putten te worden geslagen. Dat blijkt ook uit de te gebruiken hoeveelheden water en chemicaliën. Deze methode van fraccen is volgens één bron uit oliemannenland (Energy Institute van The University of Texas, Austin) al sinds de uitvinding door Halliburton in 1949 heel veel toegepast volgens het rapport (Fact-Based Regulation for Environmental Protection in Shale Gas Development, p. 7 onderaan):

Since its initiation, hydraulic fracturing has been used to stimulate approximately a million oil and gas wells.

Milieu

Afgezien van de vraag of we al ons gas zo snel mogelijk uit de bodem moeten halen of niet (antwoord: nee, natuurlijk niet!) en de standaard overlast van tijdelijke industriële activiteiten (geluid, licht, extra vrachtwagens door het dorp etc.), is de grootste vraag natuurlijk wat voor gevolgen heeft dit voor grondbewegingen (bevingen, scheuren, verzakkingen), (grond)water-, grond-, en luchtverontreiniging.

De NAM over de gevolgen

NAM geeft niets prijs over eventuele grondbewegingen. Dat is logisch, men boort daar al bijna een halve eeuw dus wie zou daar nou nog van opkijken? Grondwater wordt niet aangetast door extra bescherminglagen rond de buis aan te brengen.
Verder stelt NAM dat verontreinigingen praktisch uitgesloten zijn:

‘Deze techniek wordt door NAM in Nederland al sinds de jaren 50 regelmatig en succesvol toegepast, zowel op land als op zee.’

en

De NAM voldoet aan bestaande Europese en Nederlandse wet- en regelgeving.

Business as usual. Aldus de NAM.

Een korte analyse van de mogelijke verontreinigingen die specifiek met fraccen te maken hebben

De mogelijke verontreinigingen zijn afhankelijk van de gebruikte spullen om te fraccen. Bij fraccen gebruikt men grofweg drie zaken voor drie verschillende doeleinden:

  1. water onder zeer hoge druk naar beneden pompen om scheuren te maken in gesteente
  2. poreuze, kleine korreltjes om de zo ontstane scheuren open te houden
  3. een aantal chemicaliën en andere stoffen om bepaalde processen soepeler of vloeibaarder te laten verlopen, waaronder:
    1. biociden om bacteriën en slijmafzetting tegen te gaan;
    2. anti-corrosieproducten om roesten van materiaal tegen te gaan.

Op dit gebied ben ik leek maar het valt mij op dat de hoeveelheden lijken mee te vallen. Uiteraard hangt het af van het gebruik maar de voorgestelde hoeveelheid water en chemicaliën is vele malen minder dan gebruikt wordt in schaliegaswinning.

De spullen en de hoeveelheden

Verreweg het meeste dat gebruikt wordt is water, daarna komen de kleine bolletjes en dan de chemische toevoegingen. In een tabelletje:

drager water 729 753 kilo
opvulsel keramische korrels 92 763 kilo
chemicaliën totaal 10 269 kilo
– waarvan slecht voor het milieu 4657 kilo
– waar daar weer van echt slecht (CMR) voor de mens 27 kilo

[CMR betekent Cancerous, Mutating, Reproduction-toxic; echt rottig spul dus]
Een deel van het spul blijft achter in de bodem. In de NAM documentatie staat dat erkende verwerkers zich ontfermen over de teruggepompte, verontreinigde vloeistofbrei (‘flowback water’). In de eerste week komt er daarna ‘nat’ gas naar boven; dat wordt afgefakkeld. Zo komt wellicht een (klein en zeer verdund) deel van die 27 kilo gevaarlijk spul in de atmosfeer.

Conclusie

Zaak is dat het bevoegd gezag (EL&I) goed toezicht houdt en dat Wetterskip Fryslân en waterbedrijf Vitens zich goed hebben laten voorlichten – dat laatste kan beter; het lijkt erop dat dit pas achteraf gaat gebeuren. Verder heeft de berichtgeving over dit verhaal een hoog ‘cry wolf’-gehalte.
Voor schaliegasbegrippen is de gebruikte hoeveelheid water en chemicaliën namelijk peanuts. Daar gebruikt men, bron na bron in het land slaand, in een permanent proces grote hoeveelheden water (tientallen miljoenen liters) en tonnen chemicaliën om schalie te breken en gas te winnen. Dit is anders, traditionele gaswinning met fraccen als een eenmalige gebeurtenis. Vergelijkingen met schaliegaswinning lijken mij niet terecht en kunnen eerder als onterechte bangmakerij getypeerd worden.

Laten we dat voor échte schaliegaswinning bewaren.

Market design – opnieuw nadenken over energiemarkt en beprijzing

In een recent Bloomberg-bericht (ht2 Damian Carrington) wordt duidelijk gemaakt dat het oude denken over de Merit Order en de daaraan gekoppelde beprijzing van elektriciteit niet meer van toepassing is. Stadtwerke Leipzig (een groot regionaal publiek nutsbedrijf in Duitsland) gooit de knuppel in het hoenderhok: “the [electricity] market design we have doesn’t work”.

Zon, wind & de Merit Order

Hoe werkt dat ook al weer met de Merit Order? Die stelt dat op elk moment de dan stilstaande productiecapaciteit met de laagste marginale kosten als eerste ingezet wordt om stroom te genereren. Die marginale kosten worden voornamelijk bepaald door het soort brandstof en het rendement van de centrale. Dat was eigenlijk altijd kernenergie & kolen, daarna verschillende gascentrales en – als alles aan stond – op een gegeven moment oliegestookte centrales. Zo was dat vóór de liberalisering centraal geregeld en werd er, bij het openstellen van de elektriciteitsmarkten, van uit gegaan dat de markt dat mechanisme automatisch volgde.

Nu, met zon- en windenergie met NUL marginale kosten, werkt dat mechanisme niet meer. Elektriciteit van zon en wind is altijd aan de beurt. Nu valt dat wel mee in Nederland – daar is niet veel capaciteit – maar in Duitsland is dat inmiddels een ander verhaal.

Wat het probleem is in Duitsland

Duitse energiebedrijven klagen over te lage prijzen die op dit moment worden betaald op de groothandelsmarkten. Ze verdienen – naar eigen zeggen – te weinig doordat kolen- en gascentrales vaker dan bedoeld stilstaan, zeker in de dure uren overdag. Ook gaan plannen voor nieuwe gascentrales de ijskast in.

Hoe komt dat? Het lijkt mij een combinatie van drie zaken.

  1. heel veel zon- en windenergie capaciteit is er de afgelopen jaren bijgekomen;
  2. zon- en wind krijgen voorrang op het net;
  3. prijsmechanisme op de Duitse elektriciteitsmarkten gaat er van uit dat goedkoopste vormen van elektriciteitsproductie strijden om de vraag.

Nu is het zo dat zon (en in mindere mate wind) de dure uren wegkapen voor een aantal gas- en kolencentrales. Deze centrales zijn neergezet met de gedachte dat zij alleen bij vraag overdag, tegen een redelijk hoge vergoeding, stroom kunnen produceren. Deze centrales staan nu overdag vaker stil omdat de ‘piek’ overdag opgevuld wordt door grote hoeveelheden zonnestroom. Bij minder draaiuren worden deze centrales opeens een stuk minder winstgevend. En zeker als de echt dure uren overdag door gratis zon wordt opgevuld, hebben de eigenaren en investeerders van de gas- en kolencentrales het nakijken. Het rapport van Fraunhofer lijkt ook in die richting te wijzen.

Het rare is dus dat de groothandelsprijs van elektriciteit hierdoor daalt. De piekprijs op de EEX, niet geheel toevallig ook gevestigd in Leipzig, is volgens het bericht van Bloomberg ten opzichte van vorig jaar gedaald met 18%.

Krijgen wij in Nederland dergelijke situaties?

Nee, niet op korte termijn. Omdat in Nederland wind- en zonne-energie (nog) niet zo’n vlucht genomen hebben, en omdat er geen feed-in-tariff voor duurzaam opgewekte energie bestaat, zullen deze situaties aan ons land voorlopig voorbijgaan.

De oplossing

Eén van de drie oorzaken moet worden aangepakt. Maar welke?

  1. De capaciteit van zon en wind kan niet meer worden verminderd.
  2. De ‘voorrangsregels’ in de wet voor duurzaam opgewekte stroom kunnen niet zonder meer worden teruggedraaid.
  3. Marktmechanisme moet worden aangepakt.

Zolang er geen mogelijkheid is aan de vraagzijde beter te beprijzen, zal inderdaad ‘de’ markt andere vormen van prijsstelling voor de verschillende vormen van energievoorziening moeten bieden. Dat laatste is wat Stadtwerke Leipzig voorstaat. Ik denk dat ze gelijk hebben – zeker als de groei van duurzame energie voortzet. Bij een afnemende prijs voor piekstroom kan op den duur alleen duurzaam opgewekte stroom met zeer lage marginale kosten concurreren met zon & wind! Tegen die tijd hebben we allang afscheid moeten nemen van de oude Merit Order als prijsstellend gegeven. En daarmee van het basisbeginsel van de vrije elektriciteitsmarkt.

Nadenken

Lastig is namelijk dat we als land altijd regelbaar vermogen achter de hand moeten hebben om pieken en dalen op te vangen. Maar als de piekprijs te laag blijft, zal geen producent centrales bijbouwen. Dat zal op korte of lange termijn voor problemen zorgen. Wellicht is een optie om te onderzoeken of er – bijvoorbeeld – drie vormen van beprijzing van productie nodig zijn:

  1. baseload vergoedingen
  2. duurzame energie vergoedingen
  3. capaciteitsvergoedingen (benut/niet-benut)

Daar denken we nog eens over na. Ook in Nederland.

 

Past grootschalige zonne-energie in ons elektriciteitssysteem?

Tegenstanders hebben het vaak over de onvoorspelbaarheid en onbetrouwbaarheid van duurzame energieproductie. Het op grote schaal implementeren van wind- en zonne-energie zorgt voor haperingen in de voorziening of op z’n minst voor grote prijsstijgingen, zo wordt beweerd. En bij gebrek aan goede gegevens en in een oud denkraam is het lastig discussiëren.

Gelukkig komt er af en toe een rapport dat in één keer voorziet in een ruime hoeveelheid brandstof voor dergelijke discussies. Dit keer van het Fraunhofer-Instituts für Solare Energiesysteme ISE, onderdeel van het Fraunhofer Gesellschaft – Europa’s grootste onderzoeksbureau, zeg maar de TNO van Duitsland. Zij monitoren de Duitse energiemarkt op het gebied van zonne-energie en zij hebben een pdf met een grote hoeveelheid grafieken uitgegeven.

Solar vs de rest

Waarom is dit belangrijk? In Duitsland is zwaar geïnvesteerd in duurzame energie. Op dit moment wordt er veel energie opgewekt middels zonnepanelen en die hoeveelheid groeit nog steeds: er worden records gebroken. Wat voor gevolgen heeft nu de steeds toenemende hoeveelheid solar voor de rest van de elektriciteitsproductie?

Peter Terium, de Nederlandse Vorstandsvorsitzender van RWE, zeg maar chef bruinkool bij de buren, slaat in een interview met het AD helemaal door. Na Duitsland bang te hebben gemaakt voor nieuwkomers en duurzame energieopwek, is nu Nederland aan de beurt: ‘Energierekening onbetaalbaar voor lage inkomens’ (online excerpt). Welke denkfouten hij maakt is al overtuigend aangetoond door Jan Rotmans, maar het is ook belangrijk te kijken naar de getallen die ten grondslag liggen aan deze verandering.

Hoe groot voorstander je ook bent van duurzame energie, het moet natuurlijk wel passen. Nu is het voor het eerst dat er op deze schaal een dergelijke vorm van duurzame energie wordt ingevoed in het elektriciteitsnet. Kan dat wel, past zonne-energie op grote schaal wel in de huidige elektriciteitssysteem? Zonne-energie kan namelijk, net als windenergie, niet aan- of uitgezet worden als de stroomvraag verandert. Andere vormen van elektriciteitsopwek zijn dan nodig om aan de vraag te blijven voldoen. Het geheel van verschillende vormen van elektriciteitsopwek wordt de brandstofmix genoemd en in die mix heb je grofweg drie verschillende vormen van opwek:

  1. Productie die niet kan worden beheerst maar wel (redelijk) voorspeld: zon/wind;
  2. Productie die uit kostenoverwegingen lastig af te schakelen is: kerncentrales, (bruin)kool;
  3. Productie die makkelijker op- en af te regelen is: gas, waterkracht.
(voor meer informatie zoek op het begrip ‘Merit Order‘)

Traditioneel werd er altijd van uitgegaan dat duurzame energievoorziening een gevaar is voor de stabiliteit van het systeem en dat, als zonne-energie al iets voorstelt, het nooit op grote schaal ingepast kan worden in het systeembalans. Maar de grafieken zijn binnen, en wat blijkt in de praktijk, zonne-energie past prima in het elektriciteitssysteem. En, in combinatie met windenergie, is het een prima bron om de plaats van fossiel-gestookte elektriciteit in te nemen.

1    Zon complementeert wind

Allereerst, zon & wind gaan goed samen, blijkt uit twee grafieken van de Fraunhofer-ingenieurs:

Grafiek 1 - Maandelijkse productie WIND - ZON (jan-mei 2012)

Duidelijk is dat waar wind afneemt van januari tot mei, zon in die periode juist toeneemt. Maar dat zou in een maand toevallig kunnen uitvlakken. Daarom is de volgende grafiek ook van belang.

Grafiek 2 - Simultane productie WIND + ZON (jan - mei 2012)

In deze grafiek zie je dat niet alleen op maand-niveau wind en zon elkaar complementeren, maar op elk moment in tijd (stipjes lijken mij kwartierwaarden). Dus als er meer zonne-energie geproduceerd wordt, neem windproductie af en vice versa. Op elk moment!

Maar goed, dat is alleen zon en wind. Hoe zit dat met zon en wind versus de rest?

2   Zon – prima piekproductie

Past zonne-energie eigenlijk wel in de voorzieningen? Wat voegt het toe?

Grafiek 3 - Conventioneel versus wind & zon (mei 2012)

Hier wordt het echt interessant. Deze grafiek laat alle opgewekte stroom zien in de maand mei (meer maanden zijn in het rapport te vinden). Het grijze gebied (conventioneel opgewekt vermogen) wordt afgevlakt door groen (wind) en geel (zon). De geel/groene pieken dekken de vraag naar stroom overdag. De lager liggende pieken zijn weekends en vakantiedagen. In Duitsland werd vroeger (en in Nederland nog steeds) de piek overdag opgevangen door gascentrales harder te laten draaien. Dat snel veranderen, daar zijn gascentrales goed in, vele malen beter dan (bruin)kolencentrales. Dat opschakelen van een gascentrale kost per eenheid opgewekte stroom wel meer geld maar die flexibiliteit is veel waard voor de balans van het systeem.

Als we kijken naar de breakdown van de brandstofmix zien we inderdaad dat er minder gas (en in Duitsland: minder kolen!) verstookt hoeft te worden:

Grafiek 4 - de brandstofmix (mei 2012)

Ook hier is duidelijk te zien dat nucleair (‘Uran’) en bruinkool (‘BK’) de basislast verzorgen. Het is niet zo dat deze weggedrukt worden door een teveel aan zonne-energie. Gewone kolen (‘HK’) en gas verzorgen een deel van de piek overdag. Deze piek wordt echter keurig afgevlakt door de combinatie wind en, met name, zon.

Het lijkt erop dat gas- en kolencentrales overdag minder hard hoeven te produceren.

Ook op 25 mei 2012?

Maar als dan de zon heel hard schijnt, zoals op 25 mei 2012, levert dat dan een probleem op? We pakken de Fraunhofer-grafieken er weer bij:

Grafiek 5 - Zonneproductie 25 mei 2012

Nee dus. Zelfs de record-productie (22,4 GW) van 25 mei blijft keurig de piek afvlakken.

Mooi-weer conclusie

Het lijkt erop dat de grafieken aangeven dat zonne-energie prima ingepast kan worden in de elektriciteitsproductie, maar nadere analyses en scenario’s zijn natuurlijk hard nodig. Wat gebeurt er met de brandstofmix onder gelijke condities in een aantal jaren achtereen; hoe wordt rekening gehouden met nucleaire fase-out, welke prijseffecten zijn meetbaar, etc. Maar voorlopig lijkt het erop dat er fors minder kolen en gas zijn verbrand dan anders het geval zou zijn geweest. Als Peter Terium dan klaagt over kolen- & gascentrales die minder efficiënt kunnen worden ingezet, dan heeft hij een puntje – zijn centrales staan inderdaad nu vaker uit. Maar als dat zo is, dan lijkt het erop dat die gascentrales minder nodig zijn voor het opvangen van de piekload – deze wordt keurig afgevlakt door zonne-energie. Dus als deze werkeloze centrales meer baseload kunnen produceren, zou deze grootste CO2-producent van Europa wellicht wat bruinkoolcentrales kunnen sluiten. Dat zou pas pure milieuwinst zijn.

Waarden & woorden op de helling

Eén ding is duidelijk. Deze transitie in Duitsland zet onze traditionele waarden (‘zon is onbetrouwbaar en lastig in te passen in het elektriciteitssysteem’) én woorden (‘brandstofmix’, ‘Merit Order’) ook op de helling.

We hebben meer data, nog betere grafieken en nieuwe begrippen nodig om deze fundamentele veranderingen bij te houden, te analyseren en over te publiceren.

Energiewende & de vrije markt

Lezenswaardig artikel (Engels, registratie nodig, gratis, afgelopen jaren geen spam bemerkt) in European Energy Review. Paul Hockenos schrijft in Free to choose, can German consumers remake their energy sector from below? over hoe de liberalisering van de energiemarkt voor consumenten in Duitsland er niet voor gezorgd heeft dat er veel geswitched is. 28 procent van de elektriciteitsklanten is de afgelopen 14 jaar van leverancier veranderd en slechts 18 procent van de gasafnemers. In vergelijking met Nederland: hier is in krap 8 jaar 35% procent van de huishoudens overgestapt. En toch, op een rare manier, werkt de vrijgemaakte markt misschien toch wel.

De grote vier

Duitse consumenten durven niet over te stappen, bang gemaakt door de 4 grote energiereuzen (EoN, RWE, EnBW en Vattenfall) die nog steeds zo’n 80% van de markt in handen hebben. De Duitse overheid heeft nu zelfs extra wetgeving gemaakt om overstappen nog makkelijker te maken. Helaas hebben die regels als vervelende keerzijde dat dat dure processen zijn voor leveranciers om in te voeren en daardoor weer in het voordeel van – jawel – de grote vier. Verder zijn Duitse afnemers hoe-dan-ook wat wars van de Vrije Energie Markt geworden: de voorgespiegelde prijsverlaging bleef uit; energiecowboys lieten onder loze beloften klanten achter met schulden; elke aanbieder heeft een eigen ‘groen’ label bedacht.

Rekommunalisierung

Het rare is dat – zo wordt in het artikel terecht betoogd – de lage overstapgraad niet komt door vermindering aan aanbieders. Sterker nog, door ‘Rekommunalisierung’ (prachtig Duits woord om vaker te gebruiken) komen er nieuwe, publieke aanbieders, zoals de zogenaamde ‘Stadtwerke’ bij:

A surprising development is that Germany’s local public utilities, the Stadtwerke, are still standing – and even thriving – a development few foresaw at the onset of liberalization. In the late 1990s, towns and cities that traditionally owned Stadtwerke started selling them to the Big Four. But in recent years, the trend has reversed and municipalities have bought back shares in the utilities, a process called “Rekommunalisierung”. Since 2007, 44 new local public utilities have been set up and more than 100 private concession contracts for energy distribution networks and service delivery have returned to public hands. Some have divested from nuclear power and developed green energy packages to attract customers.

 

De vrije energiemarkt werkt dan toch?!

Dat is misschien wel het beste nieuws – dat uit de puinhopen van de vrije energiemarkt oude Stadtwerke floreren, nieuwe nutsbedrijven en publieke initiatieven als sfinxen herrijzen om de Energiewende vorm en richting te geven. Duurzamer, degelijk en eerlijker. En daarmee – op de lange termijn – goedkoper.

Data in de mail – werk aan de winkel

De guardian heeft om de zoveel tijd een mooie journalistieke opdracht – maak data mooi inzichtelijk. Dit keer (19 juni 2012) over aandeel duurzame energie. Ik meng mij niet tussen de vormgevers die soms prachtige interactieve oplossingen bedenken. Maar ik heb wel wat getallen op een rijtje gezet.

De getallen (2010) zijn van Eurostat en hebben een andere definitie dan waarmee in Nederland duurzame energie gemeten wordt (en met name duurzaam opgewekt elektrisch vermogen). Dat mag de pret niet drukken.

In deze grafiek staan de werkelijke percentages duurzame energie van Nederland en het gemiddelde van 27 Europese landen en de doelstellingen…

Het Nederlandse lijntje duikt wat schielijk weg. Werk aan de winkel, zou ik zeggen.

Over energie en getallen, altijd lastig.

kommer & kwel

Het Brabants Dagblad had dit weekend een artikel (“Energievoorziening hapert”, geen link; HT2 Henk vdB) over de totale mislukking van de Duitse Energiewende – althans daar kwam het op neer. ‘Onbetaalbare’ stroom, zonnefirma’s failliet, miljarden subsidie door het putje, afgesloten gezinnen, conflicten met burgers. En dan nog het voornaamste knelpunt: geen geld voor uitbreiding stroomnet – waarbij het dagblad vergat te melden dat het Nederlandse TenneT daarvoor verantwoordelijk is. En dan geven die vermaledijde zonnepanelen maar voor 3 procent dekking van de energiebehoefte. Kortom: kommer en kwel daar bij de Oosterburen.

Optimist

Noem mij een optimist maar ik kijk graag naar een paar andere getallen over hetzelfde. Zo kwam het Duitse industrie IWR twee weken geleden met bijzonder nieuws:

Weltrekord: Deutsche Solaranlagen produzieren erstmals Strom mit über 20.000 MW Leistung (nieuws ook in Nederland wijdverbreid opgepikt)

De schatting was in totaal zelfs boven de 22.000 MW. Nu klinkt dat veel, met al die nullen, en als er 0,022 TW had gestaan was het maar de vraag of dat nieuws zoveel nieuwsfeeds, twitteraars en bloggers had opgeleverd.

Wat is nou helemaal 0,022 TW?

Maar is het veel? Ja! Voor Duitsland is dat veel (meer dan 40% van de op dat moment gebruikte stoom). En voor Nederlandse begrippen is het héél veel. Als we de Maximale Nederlandse Systeemvraag als uitgangspunt nemen dan is het veel. Die Duitse zonnepanelen leverden meer dan wij in Nederland zouden kunnen gebruiken. Reken maar na:

De maximale systeemvraag (Tabel 1 uit TenneT Managementsamenvatting Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2010 – 2016) stelt voor 2012 een maximale binnenlandse systeemvraag van 20.589 MW. Dat is dus zo’n 1,5 GW minder – zeg maar stroom ter grootte van 2 grote gascentrales of 3 maal Borssele.

Dus als wij alle lampen en apparaten aanzetten, in fabrieken op vol vermogen aluminium, plastic, cement, glas en papier produceren, alle serverfarms maximaal belasten, airco’s voluit zetten, elektrische auto’s opladen … dan nog produceerden op die zonnige dag in mei de zonnepanelen in Duitsland meer.

grootschalig, langjarig, technisch. Voor & door burgers

Ik denk dat die Duitsers de goede kant op gaan. Die denken zoals je moet denken over energievoorziening: grootschalig, langjarig, technisch en met de bevolking en bedrijven als voornaamste investeerders. Dus niet door middel van een in de haast in elkaar geflanste flutsubsidie van 22 miljoen voor zonnepanelen. Daarmee haal je alle momentum uit een langzame maar krachtige Nederlandse Energiewende waar burgers en bedrijven inmiddels al lang rijp voor zijn.

Delta & de kerncentrale – gokken voor gevorderden

Wat kost dat nou, zo’n vergunning voor een kerncentrale … per Zeeuws gezin?
Volgens topman Peter Boerma van energiebedrijf Delta kost een vergunning voor een kerncentrale 220 miljoen euro. Afgezet tegen de kosten van de bouw van een kerncentrale (meer dan 4,5 miljard euro) is dat te overzien maar voor een kleine regionale speler met een beperkte klantenkring als Delta is dat voor de vergunning alleen behoorlijk veel. Zeker omdat Delta dergelijke bedragen (2009: 108 miljoen; 2010: 265 miljoen) de afgelopen twee jaar aan ‘beëindigde’ (lees: mislukte) bedrijfsactiviteiten (bio-diesel, solar-avontuur) heeft moeten afschrijven. Verschil is wel dat het dit keer gaat om ‘zelf-nooit-te-ondernemen’ bedrijfsactiviteiten. De vergunningsaanvraag is namelijk niet echt – zelf een nieuwe kerncentrale bouwen zou een kleine partij als Delta hoe-dan-ook boven het hoofd groeien en energieprijstechnisch is het maar de vraag of investeringen daarvoor in dit tijdsgewricht überhaupt bij elkaar te krijgen zijn – maar om de verwachte meerwaarde bij verkoop.

maar geen cent te veel hoor…
De gedachte is dat Delta veel meer waard is in Europa mét een verkoopbare kerncentralevergunning dan zónder. Er zijn inderdaad scenario’s denkbaar waaronder dat het geval zou kunnen zijn. Evengoed zijn er situaties te bedenken waar die gok niet op gaat – een vergunning kan uiteindelijk niet afgegeven worden, prijzen op de energiemarkt kunnen tegenzitten, nucleaire energie kan het zwaar krijgen in Europese wetgeving, het mag of lukt niet het (gesplitste) Delta te verkopen. Ook aan de andere kant zitten er risico’s vast aan deze gedachtegang: er moet geld uitgetrokken worden om de veiligheid van de bestaande centrale te verbeteren; er worden aan producenten hardere eisen gesteld met betrekking tot investeringen in duurzame productie; beoogde partners (EdF, RWE) lopen toch weg. Het is dus maar zeer de vraag of er gebouwd zou kunnen worden, hoe graag onze minister/vergunningsafgever/vergunningsbeoordelaar/controleur Verhagen dat ook wil.

Typisch Zeeuws gokspel
Kortom er is sprake van een nieuwe ronde in de provinciale Zeeuwse loterij – we pakken uit de beurs van de Zeeuwse huishoudens vele honderden euro’s en kopen daar een lot voor. En of het nu bio-diesel, zonnepanelen of kern-energie is, maakt niet uit; we blijven gokken tot we winnen. Dat moet toch ooit lukken?

schuldig lam

Schuldig!

Voedsel & CO2 – het blijft listig

Wat zou er nou zo slecht zijn aan het op kleine schaal houden van schapen voor het vlees – dus vegetarisch eten door het jaar heen met af & toe een kleine aanvulling van lamsvlees. Van die vrolijke lammetjes die na een seizoen lekker onbespoten & kunstmestloos gras en bloemetjes eten op een goede dag tussen die knieën van een ervaren slachter hun tweede leven als voedsel beginnen? Eerlijk spul: gezond, diervriendelijk, lokaal, biologisch zonder SKAL-gedoe. Kortom, wat zou daar in hemelsnaam mis mee kunnen zijn.

Nou dit:

Het schuldig lam
(source: EWG; ht2: Kevin Drum @ motherjones.com)

We moeten onze carbon footprint maar eens opnieuw uitrekenen…