De paradox van de duurzame verspilling

(eerder verschenen in Friesch Dagblad, 23 juni 2017.)

Het nieuws kwam niet als een verrassing, maar toch was het een schok. Het afgelopen jaar heeft Nederland weer meer energie verbruikt en daarmee zijn eigenlijk de inspanningen om de verduurzaming van de energievoorziening tot stand te brengen grotendeels teniet gedaan. Omdat het totale energieverbruik is toegenomen, heeft de toename van het verbruik van hernieuwbare energie nauwelijks geleid tot een groter aandeel in het totale energieverbruik. Het aandeel steeg van 5,8 naar 5,9 procent, alle goede bedoelingen ten spijt. Ik durf niet eens uit te rekenen hoe lang het in dit tempo duurt voordat we in de buurt van de 50% komen. Laat staan de 100%.

Hier kan gewoonweg een wetmatigheid aan ten grondslag liggen, sterker nog, een oud fenomeen. Al ten tijde van de eerste industriële revolutie werd dat duidelijk. Het bekendste voorbeeld daarvan is de verbetering van de stoommachine. Toen James Watt zijn uitvinding naar buiten bracht, werd de inzet van kolen opeens een stuk efficiënter. Daarmee werd de mogelijkheden voor de machine opeens vele malen groter en werd het apparaat op grote schaal neergezet. Het was – voor dit tijd – een efficiënt apparaat en juist daardóór ging het gebruik van kolen opeens exploderen.

Later kreeg dit mechanisme een bijzondere naam: het Postulaat van Khazzoom–Brookes, naar de twee onderzoekers die hier onderzoek naar deden in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, ten tijde van de oliecrises. De paradox is dat een verbetering van de efficiency van een energieproces leidt tot meer gebruik van energie in dat proces. [Khazzoom-Brookes is een bijzonder variant van het Rebound-effect]

Ook nu moeten wij, met de inspanningen die wij ons getroosten om duurzaam en efficiënt bezig te zijn met energie, helaas constateren dat die inspanningen te niet gedaan worden door het meergebruik. Iedereen kent het wel; juist omdat we goedkope en efficiëntere verlichting hebben, halen we veel meer lampen in huis. Zo branden de LED-slingers nu niet alleen met Kerstmis maar een deel van het jaar. Waarom ook niet? Batterijen en accu’s raken goedkoper zodat nu elk stuk kinderspeelgoed, vervoermiddel of apparaat stroom verbruikt.

Wellicht zit hierboven op nog een tweede paradox bij verduurzaming. Met de mogelijkheid om onszelf deels los te maken van fossiele brandstoffen, krijgt dit mechanisme nog een andere dimensie. Ik poneer het maar als een voorlopig onbewezen stelling: elke verduurzaming van de energievoorziening bij individuele bedrijven of huishoudens zorgt voor gelijkblijvend verbruik van die energie of zelfs verhoging.

We staan met z’n allen in deze spagaat. We investeren in besparingen maar we verbruiken meer. We subsidiëren miljarden in windturbines maar het aandeel duurzaam stokt.

Ik merk het bij mezelf. Zolang ik maar genoeg zonnepanelen heb, maakt het niet uit hoeveel ik gebruik. De warmtepomp gebruikt geen fossiele brandstoffen dus mag het in de huiskamer behaaglijk zijn. Dat aspect maakt het in de toekomst nog lastiger om er voor te zorgen dat wij met z’n allen meer besparen. Want laten we wel wezen, we zijn er nog lang niet. En door het gevoel duurzaam te leven onder een dak vol zonnepanelen, zijn niet alle aspecten van klimaatdoelstellingen afgevinkt. Verre van.

We staan met z’n allen in deze spagaat. We investeren in besparingen maar we verbruiken meer. We subsidiëren miljarden in windturbines maar het aandeel duurzaam stokt.

Is er een weg uit deze paradox? Jazeker, maar dat begint als we globale klimaatopgaven weten te vertalen naar aspecten van het individueel gedrag van ons bedrijf of onze huishouding. Dat gaat dus verder dan energie besparen en duurzaam opwekken.

Als dat duidelijk wordt, weten we pas echt wat we moeten doen. Het postulaat van Khazzoom–Brookes kan daarna rustig worden bijgezet in het museum van oude wetmatigheden.

Warmtetransitie

De Nederlandse taal wordt door beleidsambtenaren op het ministerie van Economische Zaken voortdurend verrijkt. Vandaag aandacht voor het nieuwe begrip ‘warmtetransitie’. Ik geef toe, er zijn mooiere neologismen die het woordenboek bereikt hebben. Toch is met dit begrip iets bijzonders aan de hand.
Het woord staat in de Energieagenda die in december verscheen. Dat zijn dik honderd pagina’s goede voornemens en besluiten waarmee Kamp zijn afscheid als minister van Economische Zaken inluidt.

Op het gevaar af u nog voor het einde van deze column in slaap te hebben gesust, wil ik u confronteren met één regel uit dat beleidsstuk, bovenaan bladzijde 66:
“Gemeenten moeten de regie nemen in de lokale transitie van de warmtevoorziening.”
Zo simpel is het; er staat niet eens een komma in de zin. Die achteloosheid staat in schril contrast tot wat er achter schuilgaat.
Met één pennenstreek heeft minister Kamp namelijk alle nietsvermoedende gemeenten van Nederland eigenaar gemaakt van een probleem dat zich voor een groot deel achter de voordeuren van huiseigenaren ophoudt.

Wat houdt die warmtetransitie dan in?
Grofweg de helft van de energie gebruiken wij voor warmte in huizen en bij industriële processen. De bedoeling is dat zonder fossiele brandstoffen (aardgas) te blijven doen.
Nieuwe wijken worden op dit moment al zonder gasnet opgeleverd en vanaf 2018 hoeven huizen ook niet meer verplicht aangesloten te worden op het aardgasnet zoals het nu nog wettelijk verplicht is. Maar de bestaande woningen aanpassen, dát is een ander verhaal.

Veel middelen heeft een gemeente niet om die regie te voeren. De gemeente heeft een website en kan daar burgers op subsidies wijzen maar daar houdt het vaak al op.

In Fryslân zijn vele lokale energiecoöperaties en duurzame initiatieven die bezig zijn groepen burgers te helpen bij bewustwording (zoals wamtecamera’s), bij besparende maatregelen (zoals isolatie) en bij nieuwe investeringen (zoals warmtepompen). Daarnaast zijn er experimenten om de financiering makkelijk te maken. Want ja, het moet wel betaald worden; niet ieder huishouden heeft het geld voor dergelijke maatregelen op de spaarrekening staan.
Het is in dit kader goed om te weten dat netbedrijven Enexis en Alliander – beide in handen van provincies en gemeenten – dit jaar in Fryslân projecten zijn begonnen die die warmtetransitie handen en voeten geven. Zij werken nauw samen met Energiewerkplaats Fryslân om dit snel maar gecoördineerd te kunnen uitvoeren.

Door sommigen is de warmtetransitie een van de grootste na-oorlogse projecten genoemd – een Deltaplan waarbij miljoenen huizen in korte tijd ‘van het gas af’ moeten. Gemeenten hebben hier een zware verantwoordelijkheid voor gekregen.

Gelukkig staan ze er in Fryslân niet alleen voor.

SDE+ lokaal – geef subsidie aan betere plannen

[Column lezen zoals die in de krant verscheen? Klik hier voor pdf]

UPDATE: Lees brief van lokale initiatieven: Kies voor lokale duurzaamheid met draagvlak

Om ervoor te zorgen dat er meer duurzame energie wordt opgewekt heeft de overheid een regeling: SDE+. SDE staat voor Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie.

Het is een logisch systeem. De overheid zet jaarlijks een enorme pot met geld klaar – dit jaar 3,5 miljard euro – en geeft die aan de goedkoopste vormen van duurzame energie.

Ieder bedrijf met een goed onderbouwd plan kan een aanvraag indienen en vijftien jaar lang subsidie krijgen voor iedere opgewekte eenheid energie. De goedkope vormen komen eerst aan bod, de duurste projecten kunnen achter het net vissen.

Helaas is die massale subsidiepot dit jaar direct leeggetrokken – bijna alles is al vergeven aan windmolens en biomassa. Zonnestroom, vorig jaar met 1,8 miljard euro de grootste vorm van energie opwek, komt dit jaar niet in het stuk voor.

Zo’n twintig – misschien zelfs wel meer – collectieven in Fryslân met plannen voor gezamenlijke opwek van zonnestroom, zijn daarvan de dupe. Dat is driedubbel zonde. Er komt publiek geld in handen van een klein groepje, vaak buitenlandse, bedrijven. Verder verschijnen er tegen de zin van omwonenden her en der windmolenparken. En nog bizarder, Nederland krijgt hierdoor zelfs een deel vervuilende energie voor terug.

Dat laatste zit zo. Er is ooit – na harde lobby van traditionele energiebedrijven – afgesproken dat kolencentrales subsidie voor duurzame stroom kunnen krijgen als ze biomassa bijstoken. Biomassa klinkt reuze vriendelijk en goed voor het milieu maar de realiteit is vaak minder poëtisch zijn.

In de Verenigde Staten en in Canada worden bossen gekapt, verpulverd en in kleine brokjes in vervuilende schepen naar Nederland versleept om daar tussen de kolen verbrand te worden in centrales. Veel mensen vragen zich af waarom – zeker na het afschaffen van de kolenbelasting – nu zelfs subsidie gegeven wordt aan kolencentrales. Dat wilden we toch niet?

Als ik de keuze had zou ik niet, zoals deze overheid, een miljoen geven aan kolencentrales. Ik zou aan lokale initiatieven 1,1 miljoen geven en kolencentrales een kolenbelasting van honderdduizend euro opleggen. Die bossen in Amerika en Canada mogen van mij rustig doorgroeien en daar CO2 uit de lucht halen.

Waarom niet – naast de gewone SDE+-regeling – een speciale regeling voor lokale coöperaties?

Gelukkig is er hoop aan de horizon. Tweede Kamerlid namens het CDA, Agnes Mulder, is al een tijd bezig meer ruimte te creëren voor lokale energiecoöperaties. Juist ook op het gebied van subsidieregelingen, want dat is hard nodig. Waarom niet naast de gewone SDE+-regeling een speciale regeling voor lokale coöperaties?

Op veel plekken in Fryslân zijn burgers druk bezig in hun eigen omgeving collectieve zonnepanelenprojecten te op te zetten. Dat kost veel tijd en energie – bij de besluitvorming maar ook bij participatie, bij financiering en bij eerlijke verdeling van de lusten en de lasten. Maar uiteindelijk worden dat dus betere, democratischer plannen. En betere plannen verdienen een eerlijker financieringsvorm dan de SDE+-loterij.

Opwekking van energie moet niet alleen technisch duurzaam gebeuren maar ook in harmonie zijn met de omgeving: democratisch besloten, met lokale bedrijven ontwikkeld, in eigendom van de gemeenschap.

Dat is duurzame energie. Dát willen we subsidiëren.

P2H – Stroom moet je niet weggooien

Collega-columnist Frans Debets had drie weken een belangrijk punt bij de kop. Als er veel zonnestroom geproduceerd wordt dan daalt de groothandelsprijs van elektriciteit sterk, soms tot onder nul. Het lijkt raar – gratis stoom of zelfs geld toe – maar dat is de werkelijkheid. Elektriciteit kunnen we niet op grote schaal opslaan en toch moeten elk moment van de dag vraag en aanbod in balans zijn. Bij een steeds groter aandeel zonnestroom kan op zonnige dagen het aanbod de vraag overstijgen.

Als je dan mede-eigenaar bent van het zonnepanelenpark dan kan het op zo’n moment voordeliger zijn om de stroom weg te laten lopen in de grond dan om te moeten betalen om het aan het net te kunnen leveren. Nu ben ik niet zo van het weggooien – en zeker niet van duurzaam opgewekte stroom – dus leg ik hier graag een ander voorstel naast.

We kennen allemaal het elektrische kacheltje dat snel behaaglijke warmte geeft maar waarvan iedereen ook door heeft dat dat behoorlijk duur is. Een onverwarmde logeerkamer kan snel even van de ergste kou ontdaan worden, maar voor permanent gebruik is elektrisch verwarmen te duur. Het gebruik van zo’n handig kacheltje is dus een kwestie van prijs.

Wat nou als de prijs van elektriciteit zo laag is – of zelfs negatief – dat het goedkoper is om, in plaats van gas, stroom te gebruiken voor verwarming; middels elektrische verwarming, een warmtepomp of innovatieve infra-rood verwarming. Dan winnen we dubbel: we krijgen goedkope warmte en we houden het gas in de Groningse grond. Je zou kunnen zeggen: het niet gebruiken van gas is eigenlijk een prima vorm van opslag.

Technisch is het geen probleem: elektrisch verwarmen is veilig en installatie is vaak goedkoop. Voor één huishouden zou het misschien niet zo veel uitmaken maar voor de voedselindustrie zou het bijvoorbeeld een uitkomst zijn. Hang in de grote kookketel een elektrisch verwarmingselement erbij en bepaal aan de hand van de prijs of je stroom of gas gebruikt voor het verwarmen. Net zo goed als je in de keuken voor het zetten van thee kan kiezen tussen een elektrische waterkoker of een fluitketel op het gas, maar dan op grote schaal. In vakkringen spreekt men van Power-to-Heat of P2H in de onvermijdelijke techno-newspeak van vandaag de dag.

Stel dat het dorp in het voorbeeld van collega Debets naast een zonneweide ook een collectief contract had voor slimme stroomafname en dat iedereen in het dorp beschikte over een extra boilertje dat automatisch wordt aangezet bij elektriciteitsoverschot. Zou deze zogenaamde Contracted Collective Demand Response helpen? Ik denk van wel en ik sta daar niet alleen in. Ook de mensen van het ministerie van Economische Zaken willen graag dat kleine gemeenschappen slimme technieken bedenken en proberen; EZ ondersteunt dat zelfs met een speciale regeling.

Stoplicht_Dearsum

Het elektriciteit-‘stoplicht’ van Dearsum. Een monumentje van Collective Demand Response avant la lettre.

Fryslân heeft op dat gebied een naam terug te winnen. In de jaren tachtig had het dorp Dearsum zelf de energievoorziening ter hand genomen. Om onbalans te voorkomen was er een bijzondere oplossing bedacht: midden in het dorp stond het ‘stoplicht’. Nog steeds zichtbaar vanaf de weg tussen Sneek en Leeuwarden, gaf het baken aan wanneer het dorp meer of minder produceerde dan het verbruikte. Stond het sein op ‘groen’ dan was het prima in balans. Was het ‘rood’ dan werd iedereen verzocht de wasmachine later aan te zetten. Hoe simpel ook, het was een innovatie die tot ver over de landsgrenzen aandacht trok.

Ik zou er een lans voor willen breken dat er opnieuw een dorp of wijk in Fryslân collectief deze uitdaging aan zou willen gaan. Met elkaar ervaren hoe we op een nieuwe, slimme manier met onze energie omgaan.

 

PS (2 mei 2015)

Op moment van publicatie (1 mei 2015) kwam Tesla met een innovatie (Powerwall) op de proppen. En zo ontstaat er in Duitsland een bijzondere samenwerking waar zelfs de boulevardkranten over schrijven: LightBlick (groene leverancier met meer dan miljoen klanten) zal in combinatie met Tesla haar virtuele net (“LichtBlick vernetzt Batterien im Schwarm“) verder uitbouwen.

Welke ondernemende geest opent hier in Nederland de weg in coöperatief verband?

 

Goudmijn in de meterkast

Wie zou zich interesseren in dat wat zich afspeelt in een donkere kast vlak achter de voordeur? Nou, Google bijvoorbeeld. Zij zijn geïnteresseerd in energiedata en dat is niet zo vreemd als het lijkt.

Traditionele energieleveranciers willen u zoveel mogelijk energie verkopen. Dat moet eens per jaar betrouwbaar gemeten worden om u een kloppende jaarrekening te sturen, maar daarmee is de kous af. Of u nou probeert te besparen op uw stroomverbruik of het juist lekker warm stookt met de ramen open, het maakt hen niet uit. Als u de rekening maar betaalt.

Toch is kennis van het verbruik van huishoudens zeker van belang. Voor netbeheerders van gas en elektriciteit – die kunnen zien wanneer pieken optreden in het net, en voor de huishoudens zelf – kunnen ze zien of besparing zin heeft. Maar er zijn andere partijen die grif geld over hebben voor uw energiegegevens.

Marketingbedrijven die handelen in consumentenprofielen zouden graag uw meterkast induiken. Gecombineerd met de andere gegevens die zij van u hebben, kunnen ze u prachtige, maatgemaakte aanbiedingen doen. Dat gaat verder dan u denkt. Van alle gegevens die men over u verzamelt, zijn energiedata wel de hardste. Uw elektriciteit- en gasmeter liegen niet.

Op uw sociale profielen schrijft u dat u energiek, sportief en sociaal bent – marketing mensen met uw metergegevens weten wel beter: u slaapt een gat in de dag en ploft ’s avonds met een glas wijn voor de buis. U moet dan ook niet raar staan te kijken als er via Facebook aanbiedingen komen voor elektrische dekens en DVD-series en geen uitnodigingen voor avontuurlijke vakanties of sportkleding.

Het is in dit licht dat wij Google’s pogingen moeten zien om met de slimme thermostaat Nest (in Nederland o.a. via Essent verkrijgbaar) aan energiedata te komen. De thermostaat genereert continu gegevens die – net als zoekopdrachten bij google.com – bij elkaar een deel van uw (energie)profiel bepalen.

Energiedata zijn geld waard voor de Googles van deze wereld. Dat zou ook voor ú moeten gelden. In prijs bijvoorbeeld. Wanneer u elektriciteit verbruikt maakt iets uit: vandaag is de groothandelsprijs elektriciteit rond het middaguur 5 eurocent en die daalt in de nachtelijke uren naar 3 cent. Als u in de middag stroom opwekt met uw zonnepanelen en om 4 uur ’s nachts de afwas draait en de was droogt dan zou u daar toch voor beloond moeten worden. Een paar tientjes per jaar zou dat toch zeker uitmaken. En als de elektrische auto ’s nachts aan het stopcontact hangt, wel meer dan honderd euro.

Van de traditionele energiebedrijven hoeven we op dat front helaas niets te verwachten. In de tien jaar dat zij in de vrije markt aan consumenten energie leveren is er nog geen mogelijkheid gekomen – anders dan het al lang bestaande nachtstroomtarief – waarbij het in prijs uitmaakt wannéér je energie gebruikt. Met steeds meer lokale en duurzame elektriciteitsproductie (zonneparken, windmolens) wordt dat wel belangrijker.

Mijn stelling is dat energiedata eigendom zijn van de gebruiker en van niemand anders. Natuurlijk moeten deze gegevens volgens de wet regelmatig gedeeld worden met de netbeheerder, maar verder met niemand anders. U bepaalt zelf wel wanneer u kookt, slaapt, wast of werkt. Daar hoeft zonder uw toestemming verder niemand geld aan te verdienen. U bent de baas van uw eigen goudmijn.

Kernenergie economisch niet interessant, schaliegas geen optie, kolencentrale te duur… wat nu?

Een aantal verschillende berichten de afgelopen maanden geven bijelkaar een bijzonder beeld van de Grote Ontwikkelingen die er op dit moment spelen op het gebied van de Nederlandse elektriciteitsproductie. Laten we er even een paar langslopen.

Kerncentrale – nee dank u

Duidelijk is dat op dit moment niemand zich wil branden aan de ideeën die het kabinet heeft op het gebied van kernenergie. Een tweede centrale bij Borssele komt er op dit moment gewoon niet. Eigenaar Delta durft het gelukkig niet aan, maar ook de grote Duitse (RWE) en Franse energiebedrijven hebben geen belangstelling.

Kolencentrale – jammer dat het niet uit kan

Enkele jaren geleden zag het er naar uit dat er zomaar 4, 5, 6 kolencentrales bijgebouwd zouden gaan worden. Nu niet meer, vandaag is er weer een centrale gesneuveld. Dit keer die in Vlissingen, u weet wel van de ‘environmentally friendly power generation with little or no emission of CO2’, zoals C.GEN deze kolencentrale placht te greenwashen. Nog steeds is de Essent/RWE-centrale bij Eemshaven de enige die nu echt afgebouwd wordt. Liever niet trouwens, want het is economisch niet meer rendabel maar om nu de stekker er uit te halen zou om economische redenen dom zijn: “Tachtig procent van het geld is inmiddels uitgegeven“, zoals de topman al eerder aangaf.

Schaliegas – dat mag dan weer niet

Het wordt ‘m niet, schaliegas in Europa. De meeste landen in Europa hebben er geen zin in, zijn het zelfs aan het verbieden. Ook in Nederland mochten proefboringen niet – in dit geval verboden door de rechter in eerste aanleg. Schaliegas haalt dus in Europa niet, zoals in de V.S. gebeurde, de komende jaren zomaar de gasprijs onderuit.

…en wat doet de olie?

...en wat doet de olie?

dat wordt weer sparen voor gas...

Hoezeer de economische vooruitzichten investeringen in Kern & Kolen niet haalbaar maken, is de prijs van olie op moment van bloggen, 22 februari 2012, dik boven de EUR 120. Dat betekent dat oliegerelateerde gascontracten later dit jaar weer fors duurder worden. Dat is vreemd – waarin zou een energiebedrijf op dit moment dan wel in willen investeren? Die investeringen, die lagen toch al vast, zou je zeggen. En je moet ergens toch de elektriciteit vandaan halen.

Waar moet je dan wel in investeren vandaag? Ik weet wel wat.

Toevallig vandaag is een artikel in Nature Materials verschenen. De auteurs (waaronder een Nederlander van het FOM, jawel) schetsen een theoretisch ontwerpmodel waarbij zonnecellen vele malen efficiënter zijn in het omzetten van licht in elektriciteit. Het is allemaal theoretisch en de praktijk zou het moeten uitwijzen wat er van de claims overblijft, maar ja, als je daar rendementswinst kan halen dan wordt het op een gegeven moment wel heel simpel.

Kijk, daar moet nou geld naartoe. Bijvoorbeeld, ik noem maar wat, de miljoenen die minister Verhagen had klaargelegd om de vergunning van Borssele 2 versneld te gaan begeleiden. Dan zou vandaag een grote stap in energietransitie gedaan zijn. Een fossiele stap naar achteren en een duurzame naar voren.