Afromen

Voor minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat is het glashelder hoe wij met z’n allen van het Gronings gas af gaan en tegelijkertijd het klimaat redden. Ondernemende, innovatieve ondernemingen zullen hun kans grijpen en de bedrijven en burgers van Nederland voorzien van schone, duurzame energie. Er worden grote sommen geld klaar gezet voor bewezen schone technieken (zoals zon- en windenergie) en in adembenemend tempo worden middelen beschikbaar gesteld voor pilots en innovaties. Het snelle dalen van de kostprijs bij wind-op-zee is hét voorbeeld hoe de overheid, met een enorme publieke investering, innovatie kan bewerkstelligen die een publiek belang – goedkope, duurzame stroom – dichterbij brengt.

Begrijp me goed, ik heb helemaal niets tegen innovatieve, ondernemende bedrijven, die hebben we nu met de klimaatopgave keihard nodig. Maar het model waarin deze bedrijven werken leidt niet automatisch tot een maatschappelijk interessante oplossing.

Om een voorbeeld te noemen. Op dit moment wordt gekeken naar diepe geothermie. Dat is een techniek waarmee op grote diepte – denk aan enkele kilometers onder de grond – warmte aan de aarde wordt onttrokken. De kern van de aarde is loeiheet en elke kilometer naar de kern wordt het zo’n dertig graden warmer. Door een diepe bron te maken kan je die warmte bovengronds prima benutten, bijvoorbeeld om dat als warm water via een warmtenet naar woningen en bedrijven te leiden. Genoeg voor een behaaglijk huis en een hete douche.

Stel dat het veilig kan – hoe kan diepe geothermie de energietransitie het beste helpen? Een overheid zou kijken naar alle plekken tegelijk waar diepe geothermie wenselijk is en dan zoveel mogelijk bewoners en bedrijven daar op willen aansluiten. De kosten worden zo over veel gebruikers verdeeld en omdat de overheid op het project geen winst hoeft te maken kunnen minder interessanten bronnen worden aangeboord en net even verder weg gelegen dorpen worden aangesloten. Prima voor de werkgelegenheid.

Uiteindelijk moet een overheid dan de onrendabele witte vlekken voor haar rekening nemen. Tegen hoge kosten.

Een bedrijf kijkt op een andere manier; het rendement op de investering is dan leidend. Alleen díe bronnen die daadwerkelijk ruim bijdragen aan de winst worden uitgevoerd. Het dorpje dat net even verder ligt, wordt niet aangesloten.

Iets vergelijkbaars is op veel plekken in Nederland gebeurd met kabel en glasvezel. Marktpartijen pakten alleen de kernen waar zij het meeste winst mee konden maken. Uiteindelijk moet een overheid dan de onrendabele witte vlekken voor haar rekening nemen. Tegen hoge kosten.

Zo is het zoet van de room voor een aantal bedrijven en blijft de inmiddels sterk verzuurde ondermelk over voor de burgers. Het met subsidie laten afromen van projecten met een groot maatschappelijk belang is een fout die we ons niet meer kunnen permitteren.