Heimwee naar Nixon

Het klimaatverdrag van Parijs is in relatieve sneltreinvaart, binnen een jaar, geratificeerd, vorige week op 4 november. Niet door het Nederlandse kabinet en kamer overigens – die zitten middenin de jaarlijkse Zwarte Piet discussie – maar wel door serieuze landen als Albanië, Ivoorkust en Tuvalu, om er maar een paar te noemen. Ook grote vervuilers als China, Brazilië en de Verenigde Staten hebben het verdrag geratificeerd. Met Trump nu in het Witte Huis is het maar de vraag of het verdrag vanuit die hoek het zelfde gewicht krijgt als we een week geleden nog dachten, maar de vaart zit er in en de geest is uit de fles.

De gevolgen van het verdrag zijn nog niet duidelijk; ook Nederland zal plannen moeten maken om de uitstoot van broeikasgassen enorm terug te brengen.

En dan moeten we ons toch weer zorgen maken. Want dit verdrag verhoudt zich slecht tot waar de Nederlandse politiek zich dezer weken mee bezig houdt. Om te beginnen botst ‘Parijs’ met andere verdragen. Op dit moment zijn een aantal verdragen zoals CETA (tussen de EU en Canada) en TTIP (tussen de EU en de VS) onderwerp van discussie of onderhandeling. De doelstelling van deze handelsverdragen is groei in handelsvolume. Dat betekent dus nog meer spullen in zwaar vervuilende schepen over de Atlantische Oceaan; dat staat echter haaks op de opgave van Parijs om die vervuiling aan te pakken. We zullen mínder in plaats van méér moeten produceren en we zullen méér dichtbij moeten gebruiken in plaats naar verre oorden te verslepen. Dat is geen isolationisme of anti-globalistisch sentiment, dat is zinvolle, wenselijke klimaat-politiek. In een vreemde omweg zou overigens juist President Trump hier een grote rol in kunnen spelen; hij heeft aangegeven deze handelsverdragen niet te ondertekenen.

Terug naar Nederland. Dat het kabinet werkelijk geen enkel besef tentoonspreidt waar het Nederland naar toe moet leiden, blijft pijnlijk duidelijk. Juist na Parijs zijn op het gebied van energie maatregelen genomen die diametraal ten opzichte van Parijs liggen. Allereerst is er door minister Kamp vorige week voor meer dan 2 miljard euro subsidie opzij gelegd voor kolencentrales om daarin Amerikaans hout – ook weer met vervuilende schepen vervoerd – te verstoken. Door eerst bakken met geld te geven aan buitenlandse kolenboeren vangen helaas prachtige, lokale projecten van (Friese) zonnestroom-initiatieven bot bij het subsidieloket.

vvd_tweet_vroemvoemDit jaar werd de maximumsnelheid op nog meer autowegen verhoogd en minister minister Schultz aast op nog meer – ze ziet het 130-kilometerbord als haar belangrijkste nalatenschap. De landelijke VVD twitterde daarop blij met de hashtag “#vroemvroem”, alsof het Nederlandse volk kleuters zijn. Ieder kind weet dat 130 kilometer per uur slecht is voor het milieu – je stoot per kilometer meer CO2 uit – en voor de veiligheid – drie maal zo veel dodelijke ongelukken op 130-wegen, zo bleek uit onderzoek.

 

In 1974 werd in de Verenigde Staten met een federale wet de maximumsnelheid teruggebracht naar 55 mijl per uur. Let wel: vijfenvijftig mijl per uur is nog geen 90 km/u! Decennia later kunnen staten zelf bepalen hoe hard er gereden wordt en is die maximumsnelheid op veel plekken verhoogd, maar nog steeds staat het getal ’55’ – nogmaals: dat is maar 88,5 km/u! – voor hoe hard een automobilist hoort te rijden. Die wet werd niet ondertekend door een ultra-linkse milieu-activist op sandalen maar door de Republikeinse president Nixon met het doel om brandstofbesparing op grote schaal mogelijk te maken. Iets van die geest zouden wij in het Nederlandse kabinet nu kunnen gebruiken.

Wie had kunnen denken dat wij in november 2016 nog zouden terugverlangen naar Nixon.

Gasdom

Column Friesch Dagblad – 20 juni 2014
Oliedom is de uitdrukking. Gasdom is inmiddels een beter begrip.

Minister Kamp – de meest gewiekste minister die ons land rijk is – wees onlangs plompverloren drie gebieden in Fryslân aan waar naar schaliegas geboord mag worden.

De eerste reactie (‘fernuvere’) van gedeputeerde Poepjes van de Provinsje op de plannen van Kamp was er niet één waar je een krachtig provinciaal bestuurder aan herkent. Gelukkig vond zij snel de weg terug (“we binne der op tsjin”) en ondertekende een manifest dat duidelijk maakt dat Fryslân niet zomaar schaliegaswinning toe wil staan. Een verstandig en belangrijk signaal.

Want iedereen die zich ook maar een beetje interesseert voor energie, water, milieu of het Fryske landschap zou zich in schaliegas moeten verdiepen.

Er is geen Duitser die komt varen op een vervuild meer en geen Aziaat die verdachte melk drinkt.

Schaliegas klinkt vriendelijk en het lijkt zo netjes en schoon te winnen in de geanimeerde filmpjes van de producenten. Met chirurgische precisie gaat een boor heel diep de grond in, maakt een bocht in de schalielaag (compacte, harde kleimassa) en kraakt (‘frackt’) daar het gesteente zodat dat het gas vrijkomt. Dat gas wordt opgevangen en stroomt via het gasnet de huizen in.

De werkelijkheid is minder netjes. Het winnen van fossiele brandstoffen is normaal al een smerig en giftig proces, met schaliegas worden de risico’s alleen nog maar groter. In het kort: om schaliegas te winnen wordt met enorme druk een onbekende mix van (zeer) giftige chemicaliën de grond in gepompt. De kans dat er iets fout gaat is niet denkbeeldig en ervaringen in andere landen wijzen op gevaar, met name voor drinkwatervoorziening. Voor Fryslân zijn agrarische kwaliteit en watertoerisme speerpunten. Laten we dat zo houden. We kunnen ons zelfs niet een miniem kleine kans op een (drink)waterramp veroorloven. Er is geen Duitser die komt varen op een vervuild meer en geen Aziaat die verdachte melk drinkt. Om nog maar te zwijgen over het drinkwater van onze kinderen. Om dát op het spel te zetten, dat kunnen we rustig gasdom noemen.

waar in het poolgebied het ijs ook maar smelt, sleept Shell direct de boortorens naar toe

Niet alleen schaliegas, maar alle vormen van fossiele brandstof worden bij stijgende energieprijzen interessant voor de energiereuzen. Op de meest onherbergzame plekken, midden in oceanen, wordt inmiddels geboord naar alles wat lijkt op olie en gas; teerzand in Canada wordt net zolang bewerkt tot het door een olieleiding geperst kan worden; elke steenlaag wordt beklopt om te zien of er nog wat olie uit te knijpen valt. En waar in het poolgebied het ijs ook maar smelt, sleept Shell direct de boortorens naar toe.

Echter wordt het steeds moeilijker, gevaarlijker en met meer risico voor mens en milieu om het te winnen. Zelfs BP – een gerespecteerd en oud energiebedrijf – vertilde zich in de Golf van Mexico (Deepwater Horizon olieramp) aan de enorme risico’s die moeilijk winbare fossiele brandstoffen nu eenmaal hebben. Één belangrijk stuk techniek werd onder tijdsdruk ondoordacht gebruikt en een onmetelijke schade aan ecosystemen, milieu en economie was het gevolg. Met schaliegas kan hetzelfde gebeuren: één kleine fout kan onherstelbare schade aanrichten.

Het ene gat met het andere dichten.
Ook in Nederland is men bezig olie te winnen. In Drenthe wordt op dit moment het laatste restje olie uit de bodem gepeurd. Dat gaat niet vanzelf; het stroperige goedje dat daar resteert moet eerst onder de grond verwarmd worden door middel van de inzet van veel Groningengas voordat het naar boven gehaald kan worden en aan Duitsland verkocht. Zo verbrandt Kamp onze laatste gasreserve om onze laatste oliereserve te kunnen winnen om daarmee de staatskas een paar jaar te spekken. Minister Kamp heeft ongetwijfeld ruim voldoende retorisch talent om daar een klinkend verhaal van te maken. Voor mij is het duidelijk: dit is slecht, puur slecht om zo datgene wat ons rest aan brandstoffen zo te verkwanselen. Voorbeeld van energiebeleid dat strafbaar gesteld zou moeten worden.

Terwijl overheden zoveel beter zouden kunnen doen. Het rijk en gemeenten moeten burgers en bedrijven duidelijk maken dat isoleren, besparen en zelf produceren van duurzame energie hard nodig is. Als die burgers – al dan niet verenigd – daar mee aan de slag zijn, dan kunnen diezelfde burgers van Fryslân met recht en reden duidelijk maken dat schaliegas helemaal niet nodig is.
Nu niet.
Nooit.

Met 130 km/h … in z’n achteruit

appeasement-monumentIn heel het land worden deze kleine monumenten opgericht ter herinnering aan de concessiepolitiek van het kabinet Rutte/Verhagen

De Secretary of State for Energy and Climate Change uit die vermaledijde ultra-linkse regering-Cameron, Chris Huhne, wist vandaag de headlines te vinden met een hard maar duidelijk verhaal: de kans bestaat dat het Verenigd Koninkrijk een 1970s-style oil shock te wachten staat. Met een stijgende olie-prijs waait de duurzame wind opeens uit een andere richting: “This is the moment to invest in green infrastructure, homes and transport, according to Huhne. Fossil fuels are now the costly, high-risk option for energy: it is ‘crazy’ not to prepare for a low-carbon future”. Laten we wel wezen, de Engelsen weten als geen ander wat dat high-risk betekent. Hoge inflatie, fabriekssluitingen, sociale onrust, gevallen Tory-kabinet. Het verschil met de jaren 70 is dat er toen nog olie in de Noordzee naar boven kon worden gepompt. Huhne zei verder ondermeer: “If the oil price doubled, as from $80 last year to $160 this year, it could lead to a cumulative loss of GDP of around £45bn over two years. This is not just far-off speculation: it is a threat here and now.” (quotes uit artikel Guardian)

 

Zo hoort het, feiten onder ogen zien, scenario’s uitwerken & doorrekenen. En dan het lef hebben om het te zeggen & uit te leggen. Dat het anders moet, dat het kostbaar is, dat het pijn doet, maar dat het niet anders kan.

En niet alleen zeggen. De Spaanse regering doet inmiddels wat van een volwassen regering verwacht mag worden: zij verlagen de snelheid op de spaanse wegen en maken treinkaartjes goedkoper. Op een enkele F1-coureur met een zeldzame slaapziekte na, zal uiteindelijk iedereen dit gaan begrijpen.

En wat doet Rutte?
Het lijkt erop dat Rutte de maximumsnelheid wil koppelen aan de prijs van Brent; hij onthult een bord om op de Afsluitdijk een tijdwinst van maar liefst 65 seconden te kunnen bereiken. Er zijn geen redenen te verzinnen waarom dat op dit moment nuttig zou kunnen zijn. Dit is nationale appeasementpolitiek gebaseerd op het onderbuikgevoel van ontevredenen. Uiteindelijk is dit nog sneller achteruitboeren.

Zonde.

PS 10 maart 2011. Ook in Engeland loopt dezelfde discussie als hier in Nederland – regering wil maximumsnelheid verhogen tegen alle rede in. In zijn stuk brengt Monbiot (zie sidebar) fijntjes in herinnering dat het -of all people- Nixon was die in 1974 de (grotendeels nog steeds bestaande) 55 MPH speed limit (dat is 89 km/h!) invoerde. Maar dat was natuurlijk ook een “commie eco-terrorist bunny hugger”.

32 uur 32 minuten 33 seconden – een Nederlands olie feitje

Nederland doet weer mee met de grote jongens (ook al mogen we weer niet naar de G20 (pdfje van Sarko)) – we exporteren ruwe olie!

Hoe zit dat?
Europa’s grootste onshore (op land dus) olieveld, ligt tussen Nederland en Duitsland in, een paar kilometer ten zuiden van Emmen. Bekend van de Amerikaanse ‘ja-knikkers’ (mooie foto’s uit oude schoolboeken!) die vlak na de oorlog olie naar boven pompten en de NAM haar naam gaf (Nederlandse AARDOLIE Maatschappij, kijk ook even op de site voor goede projectinfo). 50 jaar lang ging dat door tot de olie te stroperig werd en de prijs van olie in de jaren negentig geen aanleiding gaf tot verdere winning. Tot vandaag de dag met hoge olieprijzen – de komende jaren in de scenario’s van Shell hoog genoeg om de grote investeringen te rechtvaardigen. Vorige maand heropende Minister Verhagen de geheel vernieuwe site (de fysieke).

Van de naar schatting 1 miljard aanwezig vaten olie is er al een kwart geproduceerd. De komende 25 jaar wordt met nieuwe technieken – lage druk stoominjectie – 100 tot 120 miljoen vaten naar boven gehaald. Nou ja niet echt naar boven gehaald het spul wordt direct naar een Duitse raffinaderij getransporteerd.

Dat is toch wat: europa’s grootste onshore olieveld; vijfentwintig jaar stomen & pompen; miljarden voor de staatskas, miljarden voor Esso & Shell, wat nieuwe werkgelegenheid in een lastige regio.

En toch…

we zijn dan wel ons allerlaatste strategische restje fossiele brandstof kwijt en we hebben in 25 jaar hard werken en niet te vergeten een enorme bel aardgas voor de stoom (130MW installatie) een hoeveelheid olie geproduceerd die op dit moment op wereldschaal voldoende is om de oliedorst te stillen van de komende

32 uur, 32 minuten en 33 seconden!

Simpel vraagje: is dat het waard?