Ontoerekenbaar

(eerder verschenen in Friesch Dagblad op 30 november 2018)

Verwachting werd werkelijkheid. Deze week kwam het nieuws dat het Klimaatakkoord een mislukking is. De klimaattafels waar dit kabinet probeert de enorme klimaatopgave neer te leggen, komen niet verder. Officieel is het natuurlijk nog geen mislukking; men begint weer aan een nieuwe, derde ronde van onderhandelen. Maar alle tekenen wijzen erop dat dit proces niet werkt. Ook niet na twintig ronden onderhandelen.

Het wrange is dat allemaal voorspeld werd. Op meer plekken stelde men grote vraagtekens bij de gedachte dat aan de klimaattafels, bevolkt door een handvol bedrijven en instellingen, wel even de klimaatopgave zou worden opgelost. Ook in deze kolommen sprak ik mijn oprechte twijfel hierover uit. Het uitruilen van enkele bedrijfsbelangen levert niet automatisch een grote bijdrage aan het algemeen belang. Verre van.

Terwijl het in principe zo eenvoudig is: onze regering moet harde beslissingen nemen over onze veiligheid en investeren in een duurzame toekomst. Sommige van die maatregelen doen ongetwijfeld pijn. Ter verlichting daarvan kan de regering, in goed overleg met de samenleving, op een rechtvaardige manier de pijn verzachten. Als er daardoor bedrijven in de knel komen, natuurlijk helpen wij dan de werknemers. Als er ergens geïnvesteerd moet worden, gaan we niet piepen maar doen we een paar duiten in het zakje. Zo deden we dat altijd al; de Deltawerken die Zeeland en Zuid-Holland beschermen zijn – natuurlijk – ook met het geld van Friese burgers en bedrijven tot stand gekomen.

Dit kabinet lukt het niet tot besluiten te komen en dat baart zonder meer zorgen. De Staat heeft namelijk de rechtsplicht om ervoor te zorgen dat het gezinsleven en het leven van burgers ook op de langere termijn beschermd worden en moet daarom maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Dat zijn niet mijn woorden, het gerechtshof Den Haag heeft in het zogenaamde Urgenda-arrest de minister van Infrastructuur en waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen, deze woorden voor de voeten geworpen.

Er is op dit moment nog geen overeenstemming over hoe en hoeveel de luchtvaartsector moet krimpen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Maar dat dat moet, staat vast. Dat wetende wil verantwoordelijk minister Van Nieuwenhuizen het lokale vliegveldje bij Lelystad, onder druk van de luchtvaartlobby, tot een tweede grote internationale luchthaven ombouwen. Dat leidt, in plaats van krimp, tot grote groei van broeikasgassen. Het is duidelijk. De minister voelt, ook na het arrest, die rechtsplicht niet.

De waarneming en de wilsvorming van de leden van dit kabinet wordt beïnvloed door lobbyisten. Men voelt geen besef van tijd en urgentie. De plichten die bewindslieden op zich nemen bij het aanvaarden van het ambt worden verzaakt.

Voor personen wier waarneming en wilsvorming sterk wordt beïnvloed en die geen rechtsplicht of tijdsbesef voelen, hebben wij in het Nederlands een woord: ontoerekenbaar.

 

Heimwee naar Nixon

Het klimaatverdrag van Parijs is in relatieve sneltreinvaart, binnen een jaar, geratificeerd, vorige week op 4 november. Niet door het Nederlandse kabinet en kamer overigens – die zitten middenin de jaarlijkse Zwarte Piet discussie – maar wel door serieuze landen als Albanië, Ivoorkust en Tuvalu, om er maar een paar te noemen. Ook grote vervuilers als China, Brazilië en de Verenigde Staten hebben het verdrag geratificeerd. Met Trump nu in het Witte Huis is het maar de vraag of het verdrag vanuit die hoek het zelfde gewicht krijgt als we een week geleden nog dachten, maar de vaart zit er in en de geest is uit de fles.

De gevolgen van het verdrag zijn nog niet duidelijk; ook Nederland zal plannen moeten maken om de uitstoot van broeikasgassen enorm terug te brengen.

En dan moeten we ons toch weer zorgen maken. Want dit verdrag verhoudt zich slecht tot waar de Nederlandse politiek zich dezer weken mee bezig houdt. Om te beginnen botst ‘Parijs’ met andere verdragen. Op dit moment zijn een aantal verdragen zoals CETA (tussen de EU en Canada) en TTIP (tussen de EU en de VS) onderwerp van discussie of onderhandeling. De doelstelling van deze handelsverdragen is groei in handelsvolume. Dat betekent dus nog meer spullen in zwaar vervuilende schepen over de Atlantische Oceaan; dat staat echter haaks op de opgave van Parijs om die vervuiling aan te pakken. We zullen mínder in plaats van méér moeten produceren en we zullen méér dichtbij moeten gebruiken in plaats naar verre oorden te verslepen. Dat is geen isolationisme of anti-globalistisch sentiment, dat is zinvolle, wenselijke klimaat-politiek. In een vreemde omweg zou overigens juist President Trump hier een grote rol in kunnen spelen; hij heeft aangegeven deze handelsverdragen niet te ondertekenen.

Terug naar Nederland. Dat het kabinet werkelijk geen enkel besef tentoonspreidt waar het Nederland naar toe moet leiden, blijft pijnlijk duidelijk. Juist na Parijs zijn op het gebied van energie maatregelen genomen die diametraal ten opzichte van Parijs liggen. Allereerst is er door minister Kamp vorige week voor meer dan 2 miljard euro subsidie opzij gelegd voor kolencentrales om daarin Amerikaans hout – ook weer met vervuilende schepen vervoerd – te verstoken. Door eerst bakken met geld te geven aan buitenlandse kolenboeren vangen helaas prachtige, lokale projecten van (Friese) zonnestroom-initiatieven bot bij het subsidieloket.

vvd_tweet_vroemvoemDit jaar werd de maximumsnelheid op nog meer autowegen verhoogd en minister minister Schultz aast op nog meer – ze ziet het 130-kilometerbord als haar belangrijkste nalatenschap. De landelijke VVD twitterde daarop blij met de hashtag “#vroemvroem”, alsof het Nederlandse volk kleuters zijn. Ieder kind weet dat 130 kilometer per uur slecht is voor het milieu – je stoot per kilometer meer CO2 uit – en voor de veiligheid – drie maal zo veel dodelijke ongelukken op 130-wegen, zo bleek uit onderzoek.

 

In 1974 werd in de Verenigde Staten met een federale wet de maximumsnelheid teruggebracht naar 55 mijl per uur. Let wel: vijfenvijftig mijl per uur is nog geen 90 km/u! Decennia later kunnen staten zelf bepalen hoe hard er gereden wordt en is die maximumsnelheid op veel plekken verhoogd, maar nog steeds staat het getal ’55’ – nogmaals: dat is maar 88,5 km/u! – voor hoe hard een automobilist hoort te rijden. Die wet werd niet ondertekend door een ultra-linkse milieu-activist op sandalen maar door de Republikeinse president Nixon met het doel om brandstofbesparing op grote schaal mogelijk te maken. Iets van die geest zouden wij in het Nederlandse kabinet nu kunnen gebruiken.

Wie had kunnen denken dat wij in november 2016 nog zouden terugverlangen naar Nixon.

De jij-bak van Rutte

Als minister-president Rutte in Parijs het podium betreedt, moet hij zich voelen als een jongen die naar voren wordt geroepen om uit te leggen waarom hij het slechtste CO2-rapport van heel Europa heeft.
Zijn gratuite oproep op dat internationale podium, dat bedrijven, consumenten, steden en maatschappelijke organisaties meer moeten doen, leek vooral een jij-bak. Want deze groepen zijn op hun eigen terrein vaak beter bezig dan de Nederlandse overheid.
Maar goed, de koorts rond de klimaatconferentie heeft in november uiteindelijk toch de Nederlandse politiek bereikt. Vlak voordat de conferentie begon, heeft de Tweede Kamer iets van zich laten horen. Het begon met wat oprispinkjes en een paar nuttige, maar door partijpolitiek kansloze, voorstellen.
De Kamer met klimaatkoorts sprak plotseling ferm dat kolencentrales moesten worden gesloten. Vier jaar nadat toenmalig minister Verhagen er alles aan deed om de vergunningen rond te krijgen. En een maand nadat huidig minister Kamp aangaf dat de centrales de komende jaren veel biomassa moeten gaan bijstoken.
In dezelfde week werd bekend dat afgelopen jaar het kolenverbruik voor de elektriciteitsproductie met 27 procent was gestegen. Een nieuw ‘hoogtepunt’.
Maar ‘Parijs’ lonkt en opeens heeft de Tweede Kamer getallen in het vizier. Reductiedoelstellingen, door de rechter in een baanbrekend vonnis aangescherpt, liggen er. De CO2 uitstoot moet in 2020 met minimaal 25 procent zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Aan deze getallen liggen geen wetmatigheden of zorgvuldige berekeningen aan ten grondslag. De jaartallen zijn deelbaar door 10 en de procenten door 5. Makkelijk wensdenken.
Zulke doelstellingen worden later weer net zo makkelijk een decennium verder weggelegd en tegelijkertijd met een paar procentpunten verhoogd om toch iets van daadkracht te laten zien. Zoals een gokverslaafde de inzet verdubbelt om het verlies goed te maken en zichzelf nogmaals wijsmaakt dat het de volgende ronde wel gaat lukken.

Dit landelijk gedraai kan niet meer serieus genoemd worden. Kabinet, Tweede Kamer, Rutte: neem een voorbeeld aan de gemeenten, aan bedrijven, aan burgers en maatschappelijke organisaties. Een middelgrote gemeente in Nederland heeft vaak beter beleid op het gebied van duurzame ontwikkeling. En ze hebben vaak ook de bevlogen bestuurders die dat beleid handen en voeten geven. Een groot aantal bedrijven maakt vorderingen op het gebied van energiebesparing en verduurzaming van processen. Burgers leggen geld bijeen om te investeren in zonnepanelen of een dorpsmolen. Dat laatste overigens niet in Fryslân.
Wat ontbreekt is een goed perspectief vanuit Den Haag. Een perspectief waarmee we jaren, decennia mee vooruit kunnen. Waar bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties zich achter kunnen scharen. Waar lange termijn investeringen met een gerust hart op gedaan kunnen worden.

Zal er een Haags politicus opstaan die zich opwerpt als leider in deze omslag?

Dat is géén wensdenken. Dat is een vacature.