Warmte zonder gas

Hoe verwarmen al die Europese landen die geen Groninger gas hebben hun huizen? Al die landen die geen gasbel hebben die ze door Shell laten leeghalen en voor weinig verkopen aan burgers en bedrijven. In landen met een vergelijkbaar klimaat en demografie zoals Denemarken moet het in huis vast altijd koud zijn.

Dat valt wel mee. Het gasbelloze van kolen en stookolie afhankelijke Denemarken moest met een andere oplossing komen voor de verwarming van de huizen. En die vonden ze.

Tijdens de oliecrises in de jaren zeventig, werd in Denemarken het roer omgegooid. Met een aantal simpele regels werd de basis gelegd voor de overgang naar een duurzame warmtevoorziening.

Zo werd het bij wet verboden om winst te maken met energiesystemen, zoals de levering van warmte in een woning. Met zo’n regeling blijkt dat een coöperatieve vorm altijd goedkoper warmte levert dan overheid (nutsbedrijven) of markt (bedrijven met private investeerders). Meer dan 60 procent van de Deense huishoudens zijn aangesloten op een coöperatief warmtenet. Het grootste deel daarvan is inmiddels duurzaam. De gebruikers van het warmtenet zijn tevens de eigenaren.

Bij wet is ook vastgelegd dat overstappen naar collectieve warmte voor een huishouden geen gedoe mag zijn of duurder. In Denemarken heeft die collectieve aanpak gezorgd voor een voor consumenten heel simpel aanbod: volledige ontzorging, goedkope leningen voor de investeringen van de coöperatie en haar leden  en de zekerheid dat de kosten laag zijn.

Waarom lukt zoiets niet in Nederland?

Daar is een simpele verklaring voor. Gemak van gas-in-elk-huis heeft ons het zicht op collectieve oplossingen weggenomen. Huishoudens beginnen de individuele noodzaak te voelen om vaarwel te zeggen tegen fossiele brandstoffen maar zien tegelijkertijd niet een makkelijke of goedkope oplossing.

Terwijl, als je samenwerkt, de kosten lager worden en ‘het gedoe’ minder – dat is een simpele economische wetmatigheid.

Ironisch genoeg is een goed voorbeeld daarbij … gas. In de jaren zestig werd binnen een decennium een complete infrastructuur voor aardgas collectief aangelegd, dorp na dorp, wijk na wijk. Daardoor waren de kosten per huishouding laag. Niet alleen in de steden, ook in het buitengebied. Dat laatste: niet onbelangrijk in Fryslân.

Hoe kunnen we dit Deense model laten werken in Fryslân? Ik heb een paar stappen die ons de goede weg op moeten helpen.

Het is bizar om burgers op te roepen riskante grote investeringen te doen die beter ontzorgd én goedkoper collectief kunnen worden uitgevoerd.

Allereerst kunnen gemeenten beter stoppen met het communiceren via allerhande ‘loketten’ om burgers met incidentele subsidies op te roepen zelf ingewikkelde toeren uit te halen om hun huizen ‘van het gas af te halen’. Het is bizar om burgers op te roepen riskante grote investeringen te doen die beter ontzorgd én goedkoper collectief kunnen worden uitgevoerd.

Zorg daarbij zo snel mogelijk voor een gemeentelijk energieplan. Daarin is onder andere vastgelegd onder welke voorwaarden groepen burgers en bedrijven zelf, collectief, infrastructuur kunnen aanleggen en beheren. Laten we die infrastructuur niet aan de markt, aan private bedrijven weggeven. Dat werkte niet in Denemarken, dus laten wij daar van leren.

Maak daarbij de weg vrij voor warmtecoöperaties. Zorg voor ondersteuning, duidelijke spelregels en langjarige perspectieven. Géén subsidies voor de happy-few maar goedkope leningen voor iedereen. Laat die coöperaties met de beste Friese bedrijven oplossingen bedenken en uitvoeren. Werk genoeg de komende jaren.

 Warmte zonder gas. Het kan eerlijk, duurzaam én goedkoop. Vraag maar aan de Denen.

Warmtetransitie

De Nederlandse taal wordt door beleidsambtenaren op het ministerie van Economische Zaken voortdurend verrijkt. Vandaag aandacht voor het nieuwe begrip ‘warmtetransitie’. Ik geef toe, er zijn mooiere neologismen die het woordenboek bereikt hebben. Toch is met dit begrip iets bijzonders aan de hand.
Het woord staat in de Energieagenda die in december verscheen. Dat zijn dik honderd pagina’s goede voornemens en besluiten waarmee Kamp zijn afscheid als minister van Economische Zaken inluidt.

Op het gevaar af u nog voor het einde van deze column in slaap te hebben gesust, wil ik u confronteren met één regel uit dat beleidsstuk, bovenaan bladzijde 66:
“Gemeenten moeten de regie nemen in de lokale transitie van de warmtevoorziening.”
Zo simpel is het; er staat niet eens een komma in de zin. Die achteloosheid staat in schril contrast tot wat er achter schuilgaat.
Met één pennenstreek heeft minister Kamp namelijk alle nietsvermoedende gemeenten van Nederland eigenaar gemaakt van een probleem dat zich voor een groot deel achter de voordeuren van huiseigenaren ophoudt.

Wat houdt die warmtetransitie dan in?
Grofweg de helft van de energie gebruiken wij voor warmte in huizen en bij industriële processen. De bedoeling is dat zonder fossiele brandstoffen (aardgas) te blijven doen.
Nieuwe wijken worden op dit moment al zonder gasnet opgeleverd en vanaf 2018 hoeven huizen ook niet meer verplicht aangesloten te worden op het aardgasnet zoals het nu nog wettelijk verplicht is. Maar de bestaande woningen aanpassen, dát is een ander verhaal.

Veel middelen heeft een gemeente niet om die regie te voeren. De gemeente heeft een website en kan daar burgers op subsidies wijzen maar daar houdt het vaak al op.

In Fryslân zijn vele lokale energiecoöperaties en duurzame initiatieven die bezig zijn groepen burgers te helpen bij bewustwording (zoals wamtecamera’s), bij besparende maatregelen (zoals isolatie) en bij nieuwe investeringen (zoals warmtepompen). Daarnaast zijn er experimenten om de financiering makkelijk te maken. Want ja, het moet wel betaald worden; niet ieder huishouden heeft het geld voor dergelijke maatregelen op de spaarrekening staan.
Het is in dit kader goed om te weten dat netbedrijven Enexis en Alliander – beide in handen van provincies en gemeenten – dit jaar in Fryslân projecten zijn begonnen die die warmtetransitie handen en voeten geven. Zij werken nauw samen met Energiewerkplaats Fryslân om dit snel maar gecoördineerd te kunnen uitvoeren.

Door sommigen is de warmtetransitie een van de grootste na-oorlogse projecten genoemd – een Deltaplan waarbij miljoenen huizen in korte tijd ‘van het gas af’ moeten. Gemeenten hebben hier een zware verantwoordelijkheid voor gekregen.

Gelukkig staan ze er in Fryslân niet alleen voor.