[Column eerder verschenen in Fries Dagblad 3 april 2020. Link voor PDF]
Midden in een pandemie is het lastig te zien of, wanneer en hoe we onze levens weer kunnen oppakken.
Er zullen veranderingen zijn en dat zullen geen kleine zijn. Er verschijnen lege stoelen aan tafels bij familieleden, vrienden, collega’s, buren. Werkplekken blijken ontruimd te zijn, winkels voor altijd gesloten, vertrouwde adressen verdwenen. In deze tijden valt het persoonlijke leed op een bizarre manier samen met medische statistiek in grafieken en economische doemscenario’s op wereldschaal die kranten en tv ons onafgebroken voorschotelen.
Al was het maar om de moed er in te houden, vind ik het belangrijk om na te denken hoe de wereld er uit zou kunnen zien na deze plaag. Het rare is dat eigenlijk veel op z’n plaats valt. De lijstjes met cruciale beroepen en vitale processen waren snel ministerieel vastgesteld. Wie belangrijk is en wat minder nuttig in onze maatschappij. Dan zien we direct waar de schoen wringt. ‘De markt’ geeft geen snars voor het belang van zorg, hulpdiensten, educatie en de voedselketen. Achtereenvolgende kabinetten, bijziend sturend op marktwerking, hebben de afgelopen decennia deze sectoren nooit gewaardeerd. Ministers buitelen nu met loftuitingen over elkaar heen. Het ziet er schrijnend uit.
Wat zo mogelijk nog meer pijn doet aan de oren zijn de reacties van bedrijven wier economisch belang sterk onder druk staat in de klimaatcrisis. Ja, die crisis blijft bestaan. Nog voordat de impact van het virus echt gevoeld werd stond de directeur van KLM als eerste te bedelen bij het kabinet voor staatsteun, terwijl hij hetzelfde weekend de ontslagbrief voor 2000 werknemers ondertekende. Het befaamde ‘blauwe hart’ blijkt slechts nog voor aandeelhouders en banken te kloppen. Dividend en de afbetaling van de gehuurde vliegtuigen blijken belangrijker dan de eigen mensen. Dat schept wel helderheid; dit denken, dergelijk gedrag hebben we straks, post-corona, niet meer nodig.
Nog voordat de impact van het virus echt gevoeld werd stond de directeur van KLM als eerste te bedelen bij het kabinet voor staatsteun, terwijl hij hetzelfde weekend de ontslagbrief voor 2000 werknemers ondertekende.
Onze economie zal trouwens toch lokaler moeten zijn en gebaseerd op lokale behoeften. Onze veelgeprezen handel- en transportsector blijkt de achilleshiel van onze economie te zijn. Onverkoopbare bloemen stapelen zich op in het Westland en in de steden sluiten verlaten winkelketens waar de uitgestalde Chinese troep opeens geen enkel doel dient. Het blijkt nu dat wij in Nederland veel belangrijke producten niet meer zelf maken en van andere veel te veel. Dat is lastig als plots de grenzen sluiten.
Als we onze economie weten te herstarten, laat dat een andere zijn dan voorheen. Laten we dan niet vergeten dat we nu weten wie voor de maatschappij van waarde is. Laten we dan afspreken dat wij een scherm bouwen rond werknemers. Dat we trots zijn op MKB en ZZP’ers ruimhartig steunen. En laten we ook afspreken dat we de grote bedrijven goed tegen het licht houden als ze onze steun vragen.
We weten nu wie wij nodig hebben voor een duurzame toekomst. Daarop kunnen we straks bouwen.