Hoed u voor participatie!

[Eerder verschenen in Friesch Dagblad op 30 maart 2018. PDF]

“De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving” zo sprak de Koning de tekst van het kabinet Rutte uit. Het woord – participatiesamenleving – schopte het zelfs tot Woord van het jaar 2013.

Participatie is het modewoord van de afgelopen jaren gebleven. En niet alleen de achtereenvolgende kabinetten Rutte hadden er de mond van vol. Alle overheden schermen graag met het begrip als het gaat om voor burgers ingrijpende maatregelen. Niet zelden gaat het om het ‘betrekken van en de betrokkenheid van burgers bij overheidsbeleid’. Klinkt goed, niet?

Nu is participeren een mooi begrip – het werkwoord staat voor ‘mee doen’, ‘deelnemen’. Dat zijn mooie, positief geladen begrippen die daadkracht en progressie uitstralen.

Gemeenten die participatie eisen bij lokale zonneparken moeten zich goed bedenken dat financiële participatie ongeveer het laatste is waar zij zo maar de burgers aan moeten blootstellen.

Ook in het kader van de energietransitie wordt het woord vaak gebruikt door gemeenten. In beleidsstukken over de inrichting van onze omgeving en bij de aanbesteding van zonneparken of windmolens wordt vaak participatie van bewoners als voorwaarde gesteld. Zonder verdere uitleg of harde getalsmatige onderbouwing. En bij het realiseren van projecten draait het er niet zelden op uit dat participatie de vorm van een lening krijgt.

Gemeenten die participatie eisen bij lokale zonneparken moeten zich goed bedenken dat financiële participatie ongeveer het laatste is waar zij zo maar de burgers aan moeten blootstellen. Aan financiële participatie kleven risico’s, risico’s die een gemeente niet zo maar moet doorgeven en promoten. Aan de andere kant is de participatie niet rechtvaardig. Want stel dat er een mooi rendement terugvloeit naar de participerende burgers dan is dat alleen voor de degenen die het zich kunnen veroorloven.

In de veel Friese dorpen zijn wellicht niet voldoende bewoners te vinden die makkelijk een deel van het spaargeld kunnen vrijmaken voor een lening. Om de ‘lokale participatie’ dan toch rond te krijgen wordt uitgeweken naar een veel groter gebied, heel Nederland bijvoorbeeld. Zo krijg je de situatie dat een groep rijke westerlingen uiteindelijk de vruchten plukt van een lokaal Fries project.

Eigenlijk is bij lokale energieprojecten het uitsluiten van groepen burgers de norm en wordt – onder het mom van participatie – op verzoek van de gemeente een klein deeltje teruggegeven aan het rijke smaldeel in de vorm van een risicovolle investering met een mooie vergoeding.

Het zal niemand verbazen dat veel van deze participatie niet lukt. Laten we wel wezen; als een ondernemer met een plan zomaar bij u thuis aanklopt voor een lening, dan geeft u hem of haar niet zomaar een deel van uw vermogen mee in de hoop dat er jaarlijks rente wordt uitbetaald en aan het eind van 15 jaar de lening wordt afgelost. De meeste huishoudens gaan – terecht – voorzichtiger om met hun geld.

Eigenlijk is bij lokale energieprojecten het uitsluiten van groepen burgers de norm en wordt – onder het mom van participatie – op verzoek van de gemeente een klein deeltje teruggegeven aan het rijke smaldeel in de vorm van een risicovolle investering met een mooie vergoeding.

Er zijn zoveel betere vormen van participatie denkbaar bij projecten rond duurzame energie. Laten we beginnen met de stroom die wordt opgewekt. Als er een zonnepark bij een dorp komt, dan moeten omwonenden deze duurzame stroom kunnen kopen. En het is helemaal mooi als we daar het Friese keurmerk MienskipsEnergie op kunnen plakken. Daar zit acceptatie en participatie van de lokale gemeenschap vanzelfsprekend in.

Weg met draagvlak!

Zullen we iets afspreken? Laten we vanaf nu het woord ‘Draagvlak’ niet meer gebruiken, althans niet meer in de betekenis die er aan gegeven wordt bij het plannen van een windturbine of zonnepark.

Draagvlak betekent letterlijk het vlak dat een last draagt, zoals een kastplank of een vliegtuigvleugel. En op zich is er niets mis met het woord zelf; het is een nuttig, technisch woord. Het begrip is echter de afgelopen jaren té besmet geraakt door adviseurs, veranderingsmanagers en beleidsambtenaren. Bij hen wordt het ‘vlak’ de bewoners in een dorp of wijk en de ‘last’ een hoge windmolen of groot zonnepark. Dat draagvlak moet “gecreëerd” worden middels “strategieën om weerstand te verminderen”. En dan gaat het in de praktijk al snel fout. Burgers zijn geen kleuters – zij laten zich bij dit soort plannen niet meer verleiden door een leuk vormgegeven folder of een juichend verhaal van de wethouder.

Wij willen burgers ín het buurthuis met een viltstift bij een planbord en niet briesend buiten met een spandoek. 

Anders dan bij de bouw van een loods op een industrieterrein of de uitbreiding van een keuken, gaat het bij vergunningen voor duurzame energie (windturbines of zonnestroomparken) over maatschappelijk wenselijke zaken die de lokale, ruimtelijke beleving op de kop kunnen zetten. Het kan nuttig zijn én vervelend tegelijk. En dan wordt het lastig: ikzelf ben helemaal vóór windmolens maar niet voor die hele grote; en zeker niet op elke plek. Als die bij mijn dorp zouden kunnen komen wil ik daar zelf, met mijn buurtgenoten, over kunnen discussiëren en, uiteindelijk, beslissen.

Voor zo’n discussie is de schaal van de gemeente eigenlijk niet de juiste. Als voorbeeld, ik woon in de gemeente Súdwest Fryslân. Die strekt van Breezanddijk tot Raerd en van Kimswerd tot Reaklif, plekken die hemelsbreed 30, 40 kilometer uit elkaar liggen. Als er bij Abegeasterketting of in Duinterpen-Sneek een groot zonnepark gepland wordt, moeten bewoners van dát buurtschap of díe wijk het recht hebben over dat plan te beslissen, voordat de gemeenteraad als vertegenwoordiger van de hele gemeente daar een klap op geeft.

Voor overheden is dat wel wennen, die burgers aan tafel. Wij willen burgers ín het buurthuis met een viltstift bij een planbord en niet briesend buiten met een spandoek. Willen we een actieve samenleving waarin bewoners zelf helpen schrijven aan plannen voor duurzame energie dan gaat dat natuurlijk voorbij aan draagvlak creëren middels een uitgekiende mediastrategie.

Maar wat komt er dan voor in de plaats? Daar heb ik wel een idee over.

Laten we van nu af aan spreken over acceptatie & participatie als voorwaarden voor de succesvolle inpassing van duurzame energie.

Acceptatie betekent dat zowel de gemeente als de direct betrokkenen – burgers, bewoners in welke vorm dan ook georganiseerd – akkoord gaan met de plannen.

Participatie kan op vele manieren maar de inzet is lokale betrokkenheid bij beslissingen over aard en grootte van het project, de financiering, bouw, onderhoud, gebruik van ruimte en afname van duurzaam opgewekte stroom. Succesvolle participatie maakt acceptatie simpeler.

acceptatie & participatie als voorwaarden voor de succesvolle inpassing van duurzame energie.

Er blijven in dit model een hoop vragen open staan en natuurlijk is dit proces nog lang niet uitgekristalliseerd.

Laten we in Fryslân leren van de problemen die er zijn bij windparken in de rest van Nederland. En laten wij nu, bij de inpassing van grootschalige zonne-energie, nieuwe processen rond MienskipsEnergie goed testen. Zodat er zonneparken verschijnen waar burgers stroom van krijgen en trots op zijn. En wellicht dat we dan de komende jaren een beter proces hebben om kleinschalige windenergie in Fryslân weer mogelijk te maken.

Wie weet.