Gasdom

Column Friesch Dagblad – 20 juni 2014
Oliedom is de uitdrukking. Gasdom is inmiddels een beter begrip.

Minister Kamp – de meest gewiekste minister die ons land rijk is – wees onlangs plompverloren drie gebieden in Fryslân aan waar naar schaliegas geboord mag worden.

De eerste reactie (‘fernuvere’) van gedeputeerde Poepjes van de Provinsje op de plannen van Kamp was er niet één waar je een krachtig provinciaal bestuurder aan herkent. Gelukkig vond zij snel de weg terug (“we binne der op tsjin”) en ondertekende een manifest dat duidelijk maakt dat Fryslân niet zomaar schaliegaswinning toe wil staan. Een verstandig en belangrijk signaal.

Want iedereen die zich ook maar een beetje interesseert voor energie, water, milieu of het Fryske landschap zou zich in schaliegas moeten verdiepen.

Er is geen Duitser die komt varen op een vervuild meer en geen Aziaat die verdachte melk drinkt.

Schaliegas klinkt vriendelijk en het lijkt zo netjes en schoon te winnen in de geanimeerde filmpjes van de producenten. Met chirurgische precisie gaat een boor heel diep de grond in, maakt een bocht in de schalielaag (compacte, harde kleimassa) en kraakt (‘frackt’) daar het gesteente zodat dat het gas vrijkomt. Dat gas wordt opgevangen en stroomt via het gasnet de huizen in.

De werkelijkheid is minder netjes. Het winnen van fossiele brandstoffen is normaal al een smerig en giftig proces, met schaliegas worden de risico’s alleen nog maar groter. In het kort: om schaliegas te winnen wordt met enorme druk een onbekende mix van (zeer) giftige chemicaliën de grond in gepompt. De kans dat er iets fout gaat is niet denkbeeldig en ervaringen in andere landen wijzen op gevaar, met name voor drinkwatervoorziening. Voor Fryslân zijn agrarische kwaliteit en watertoerisme speerpunten. Laten we dat zo houden. We kunnen ons zelfs niet een miniem kleine kans op een (drink)waterramp veroorloven. Er is geen Duitser die komt varen op een vervuild meer en geen Aziaat die verdachte melk drinkt. Om nog maar te zwijgen over het drinkwater van onze kinderen. Om dát op het spel te zetten, dat kunnen we rustig gasdom noemen.

waar in het poolgebied het ijs ook maar smelt, sleept Shell direct de boortorens naar toe

Niet alleen schaliegas, maar alle vormen van fossiele brandstof worden bij stijgende energieprijzen interessant voor de energiereuzen. Op de meest onherbergzame plekken, midden in oceanen, wordt inmiddels geboord naar alles wat lijkt op olie en gas; teerzand in Canada wordt net zolang bewerkt tot het door een olieleiding geperst kan worden; elke steenlaag wordt beklopt om te zien of er nog wat olie uit te knijpen valt. En waar in het poolgebied het ijs ook maar smelt, sleept Shell direct de boortorens naar toe.

Echter wordt het steeds moeilijker, gevaarlijker en met meer risico voor mens en milieu om het te winnen. Zelfs BP – een gerespecteerd en oud energiebedrijf – vertilde zich in de Golf van Mexico (Deepwater Horizon olieramp) aan de enorme risico’s die moeilijk winbare fossiele brandstoffen nu eenmaal hebben. Één belangrijk stuk techniek werd onder tijdsdruk ondoordacht gebruikt en een onmetelijke schade aan ecosystemen, milieu en economie was het gevolg. Met schaliegas kan hetzelfde gebeuren: één kleine fout kan onherstelbare schade aanrichten.

Het ene gat met het andere dichten.
Ook in Nederland is men bezig olie te winnen. In Drenthe wordt op dit moment het laatste restje olie uit de bodem gepeurd. Dat gaat niet vanzelf; het stroperige goedje dat daar resteert moet eerst onder de grond verwarmd worden door middel van de inzet van veel Groningengas voordat het naar boven gehaald kan worden en aan Duitsland verkocht. Zo verbrandt Kamp onze laatste gasreserve om onze laatste oliereserve te kunnen winnen om daarmee de staatskas een paar jaar te spekken. Minister Kamp heeft ongetwijfeld ruim voldoende retorisch talent om daar een klinkend verhaal van te maken. Voor mij is het duidelijk: dit is slecht, puur slecht om zo datgene wat ons rest aan brandstoffen zo te verkwanselen. Voorbeeld van energiebeleid dat strafbaar gesteld zou moeten worden.

Terwijl overheden zoveel beter zouden kunnen doen. Het rijk en gemeenten moeten burgers en bedrijven duidelijk maken dat isoleren, besparen en zelf produceren van duurzame energie hard nodig is. Als die burgers – al dan niet verenigd – daar mee aan de slag zijn, dan kunnen diezelfde burgers van Fryslân met recht en reden duidelijk maken dat schaliegas helemaal niet nodig is.
Nu niet.
Nooit.

Fraccen in Blija – ‘Methaan uit de kraan’ of ‘cry wolf’?

Nam verraste Fryslân met bijzonder nieuws in vakantietijd – ze gaan fraccen in Blija (of is het fracken in Blije?).
Vakantietijd of niet, dat nieuws slaat hier natuurlijk in als een bom. Want: fraccen = schaliegas = amerikaanse toestanden = film ‘Gasland’ = methaan uit de kraan. Kamermoties zijn al ingediend – zie thumbnail. De PvdA-fractie in de Friese Staten hebben een lijst met licht-paniekerige vragen ingediend. Kortom, het Kwaad moet snel gestopt worden.

Of niet?

In Blija wordt al sinds 1963 gas gewonnen – het Blija-veld is één van de vele ‘kleine velden’ naast het grote Groningen-veld. Nu gaat de NAM daar met een nieuwe boorput proberen meer aardgas uit het veld te poeren. Goed gedocumenteerd, in dit geval. In een uitgebreide toelichting en met een lange lijst (‘OVERVIEW SCHEDULED PRODUCTS‘) van spullen die ze denken te gaan gebruiken, geeft de NAM inzicht in het proces dat zich aan de voet van de zeedijk in Noord-Fryslân nu aan het voltrekken is.

Eerste blik

Zo op het eerste gezicht lijkt het mee te vallen. Allereerst is het een tijdelijke, eenmalige voorziening – dit is niet fraccen om schaliegas te onttrekken uit gesteente maar het boren (met reeds langer bekende frac-technieken) naar ‘gewoon’ gas. Eenmaal ‘gefract’ blijft de boorput jarenlang gas produceren zonder verder gebruik van frac-technieken – er hoeven ook geen nieuwe putten te worden geslagen. Dat blijkt ook uit de te gebruiken hoeveelheden water en chemicaliën. Deze methode van fraccen is volgens één bron uit oliemannenland (Energy Institute van The University of Texas, Austin) al sinds de uitvinding door Halliburton in 1949 heel veel toegepast volgens het rapport (Fact-Based Regulation for Environmental Protection in Shale Gas Development, p. 7 onderaan):

Since its initiation, hydraulic fracturing has been used to stimulate approximately a million oil and gas wells.

Milieu

Afgezien van de vraag of we al ons gas zo snel mogelijk uit de bodem moeten halen of niet (antwoord: nee, natuurlijk niet!) en de standaard overlast van tijdelijke industriële activiteiten (geluid, licht, extra vrachtwagens door het dorp etc.), is de grootste vraag natuurlijk wat voor gevolgen heeft dit voor grondbewegingen (bevingen, scheuren, verzakkingen), (grond)water-, grond-, en luchtverontreiniging.

De NAM over de gevolgen

NAM geeft niets prijs over eventuele grondbewegingen. Dat is logisch, men boort daar al bijna een halve eeuw dus wie zou daar nou nog van opkijken? Grondwater wordt niet aangetast door extra bescherminglagen rond de buis aan te brengen.
Verder stelt NAM dat verontreinigingen praktisch uitgesloten zijn:

‘Deze techniek wordt door NAM in Nederland al sinds de jaren 50 regelmatig en succesvol toegepast, zowel op land als op zee.’

en

De NAM voldoet aan bestaande Europese en Nederlandse wet- en regelgeving.

Business as usual. Aldus de NAM.

Een korte analyse van de mogelijke verontreinigingen die specifiek met fraccen te maken hebben

De mogelijke verontreinigingen zijn afhankelijk van de gebruikte spullen om te fraccen. Bij fraccen gebruikt men grofweg drie zaken voor drie verschillende doeleinden:

  1. water onder zeer hoge druk naar beneden pompen om scheuren te maken in gesteente
  2. poreuze, kleine korreltjes om de zo ontstane scheuren open te houden
  3. een aantal chemicaliën en andere stoffen om bepaalde processen soepeler of vloeibaarder te laten verlopen, waaronder:
    1. biociden om bacteriën en slijmafzetting tegen te gaan;
    2. anti-corrosieproducten om roesten van materiaal tegen te gaan.

Op dit gebied ben ik leek maar het valt mij op dat de hoeveelheden lijken mee te vallen. Uiteraard hangt het af van het gebruik maar de voorgestelde hoeveelheid water en chemicaliën is vele malen minder dan gebruikt wordt in schaliegaswinning.

De spullen en de hoeveelheden

Verreweg het meeste dat gebruikt wordt is water, daarna komen de kleine bolletjes en dan de chemische toevoegingen. In een tabelletje:

drager water 729 753 kilo
opvulsel keramische korrels 92 763 kilo
chemicaliën totaal 10 269 kilo
– waarvan slecht voor het milieu 4657 kilo
– waar daar weer van echt slecht (CMR) voor de mens 27 kilo

[CMR betekent Cancerous, Mutating, Reproduction-toxic; echt rottig spul dus]
Een deel van het spul blijft achter in de bodem. In de NAM documentatie staat dat erkende verwerkers zich ontfermen over de teruggepompte, verontreinigde vloeistofbrei (‘flowback water’). In de eerste week komt er daarna ‘nat’ gas naar boven; dat wordt afgefakkeld. Zo komt wellicht een (klein en zeer verdund) deel van die 27 kilo gevaarlijk spul in de atmosfeer.

Conclusie

Zaak is dat het bevoegd gezag (EL&I) goed toezicht houdt en dat Wetterskip Fryslân en waterbedrijf Vitens zich goed hebben laten voorlichten – dat laatste kan beter; het lijkt erop dat dit pas achteraf gaat gebeuren. Verder heeft de berichtgeving over dit verhaal een hoog ‘cry wolf’-gehalte.
Voor schaliegasbegrippen is de gebruikte hoeveelheid water en chemicaliën namelijk peanuts. Daar gebruikt men, bron na bron in het land slaand, in een permanent proces grote hoeveelheden water (tientallen miljoenen liters) en tonnen chemicaliën om schalie te breken en gas te winnen. Dit is anders, traditionele gaswinning met fraccen als een eenmalige gebeurtenis. Vergelijkingen met schaliegaswinning lijken mij niet terecht en kunnen eerder als onterechte bangmakerij getypeerd worden.

Laten we dat voor échte schaliegaswinning bewaren.

Fraccen of fracken?

Onze Taal heb ik verzocht het werkwoord ‘fraccen’ op te nemen in de onvolprezen lijst met Engelse werkwoorden in het Nederlands. Aan dat verzoek is gehoor gegeven:

Maar nu vraag ik mij af of ‘fracken’ toch niet beter is. Dat wordt de laatste tijd veel meer gebruikt en het woord zit visueel meer tegen het oorspronkelijke ‘fracking’ aan. ‘Fraccen’ lijkt anderzijds met die twee cc’s meer op andere mooi-rare woorden als stuccen of aerobiccen.

Tot nader order houd ik het bij fraccen, op het gevaar af mij hierdoor in een ongooglebare hoek van het universum te verstoppen.